2 april 2012

Lure

Vandaag was er een kunstmarkt in Lure. Dus wij er op af. Gewoon om eens te kijken wat men daar zoal te koop aan bood en wat voor soort keramiek in trek zou zijn.
Lure is de derde grootste stad van de Haute Saône met rond de 8300 inwoners. Lure heeft een heuse binnenstad en de eerste melding in de geschiedenis van Lure dateert van rond de 610. Men zegt dat formeel geschiedenis begint als er iets over op `papier` wordt gezet. Het plaatsje ligt slechts 45 km van ons af en Fannie en ik spraken af om er eens te gaan winkelen. Terug naar de kunstmarkt. Dat werd gehouden in een galerij, of beter onder de auspiciën van een galerij: l`usine (fabriek).


Een oude fabriek die zo nog weer een functie kreeg. Perfect. Om nu te zeggen dat het druk was, dat ook weer niet.



Een paar standjes buiten, een paar in de oude fabriekshal, en een tiental bezoekers. Dat was het. Achteraf bleek dat er in het centrum van Lure een of ander festival aan de gang was. Tsja, daar tegenop concurreren is bijna onmogelijk. In deze tijd van het jaar is er al zo weinig te doen in de omgeving en loopt het centrum vol, en vast met auto`s.

De galerie was iets aparts. In de keramiek zag je veel Keltische motieven terug.  

raku bol met kopersulfaat 

Buiten had je dan nog stalletjes met de betere handarbeid.


Zelfs een smidse met Keltisch smeedwerk. Een heuse gesmede troon voor 1800 euries om je even een Noorse koning te wanen.

BELFORT
Omdat we toch in de buurt waren knarden we via de kortste route naar Belfort. Belfort is de hoofdstad van het kleinste departement van Frankrijk. Het heet ook Territoire de Belfort. Ooit hebben de inwoners de kans gehad een eigen naam voor het departement te kiezen maar na een referendum bleef het Territoire de Belfort. Dat heeft wel wat, zo`n mond vol, rolt lekker in de mond met al die R-ren. Wellicht daarom, lekker brouwen.
De rit erheen voert ons dwars door het (middel)gebergte, de lente is ook hier in volle gang.

Overal zie je bomen in de bloesem staan

vergezicht met zo`n groene waas over de bomen

een verloren dorpje in de verte


Op de terugweg kwamen we plotseling toch nog langs Ronchamp. Daar staat een van de gebouwen van Corbusier. Een naoorlogse architect die erg veel furore heeft gemaakt met een paar andere kornuiten. Even bladerend in een boek over diens werk in de museumshop liet een nogal erg DDR achtige architectuur zien. Veel beton en staal, maar wel indrukwekkend. Voor die tijd revolutionair natuurlijk, dat wel.

La chapelle de Notre Dame du Haut, Ronchamp, architect: Corburiser
De toegangsprijs voor dit unieke stuk bouwwerk is verhoogd naar 8 euries. Dat is een behoorlijk hoge toegangsprijs, maar je ziet meteen wat ze ermee doen. Buiten dat het gebouw zelf daarvan wordt onderhouden (onwezenlijk in LDF) wordt ook de directe omgeving omgetoverd tot een soort park. Blijkbaar wil het bestuur er een soort bedevaartsplaats van maken, niet geheel onterecht denk ik. Nieuw is de museumshop, alles min of meer in de stijl van Corbusier. Knap hoor!
Fannie wilde wel eens rond het gebouw lopen en liep naar boven. Geen controle, ze kon gewoon naar binnen lopen. Tsja, ondanks dat je geen kaartje hebt gekocht prikkelt je nieuwsgierigheid dan toch hé. Dus sneakte ze voorzichtig naar binnen om een blik op het interieur te werpen. Ze kwam later met het commentaar terug dat het sober en strak was. Er liepen ook nonnen rond met veiligheidshelmen over hun sluier heen. Dat was misschien om aan te geven dat ze aan het project meewerkten? Of ze hadden een overdreven gevoel voor dramatiek. Voor mensen die architectuur hoog hebben zitten zeker een bezoek waard. Ronchamp ligt op ongeveer 60km van ons af, het is een prachtige rit erheen als je op je navigator de kortste weg ingeeft. Gewoon op weg erheen eens willekeurig afslaan, je navigator na een paar minuten op kortste weg omschakelen, en hoppa. Geen enkele toeristengids kan daar tegenop. Niet bang zijn dat de weg een beetje slecht wordt en met beleid blijven rijden.

Geen opmerkingen: