18 juli 2014

WVTTK 15


Nee, niks aan de hand en ja, heel erg druk.

Vandaag de eerste rustige dag sinds een paar weken, De gasten zorgen voor zichzelf, da's weer eens wat anders. Af en toe help je een gast aan informatie over waar ze heen denken te gaan, of geef je suggesties waar ze naar toe zouden kunnen gaan. De doos met folders komt dan goed van pas en we rommelen daar gezamenlijk een beetje doorheen.

Na het ontbijt is het even een reguliere chaos voordat iedereen weer op weg is. Sommigen blijven nog een dag of zo, anderen gaan op weg naar het zuiden of noordwaarts naar huis. Het ritueel is dan: iets in het gastenboek schrijven, afrekenen, een boemerangkaart meegeven en uitzwaaien. Dan is het tussen 10 en 11 even op het balkonnetje zitten uitblazen met een bakkie. Of zoals onze Belgische gasten zeggen: "een koffieke pakken". Klinkt toch een stuk sympathieker dat Vlaams. "Da's tof hè" klinkt het dan als iets leuks of prettig is. NL-ers zeggen van alles, elk jaar verandert het woordje waarmee ze iets tofs aanduiden. Is ook wat voor te zeggen, een taal die zo in beweging is.

Op een avond hebben we het daar over. Hoe talen soms heel erg statisch blijven, zoals het Frans, en talen die met de waan van de dag veranderen, zoals het Nederlands. Persoonlijk denk ik dat het NL wel een van de talen is waar de meeste leenwoorden in zitten. Veel woorden worden verzonnen en vervolgens in de Dikke van Dalen opgenomen om een maf mode woord een officieel tintje te geven.

Maaien

Vorige week kwam ineens de boer aanzetten, of ie het gras mocht gaan maaien. Ik wist dat er erg weinig te maaien viel omdat de schapies nogal hun best hadden gedaan. Daarom suggereerde ik om vooralsnog niet te maaien. Maar als ie speciaal wilde: ga je gang. Een kwartiertje later kon je zien dat ie het opgegeven had. Die paar sliertjes gras bleek niet de moeite waard om daar brandstof aan te verstoken. Of hij moest een andere reden hebben gehad om dat stuk te maaien. Alleen bleef dat een onbekend verhaal want de maaiert was alweer foetsie. Zelfs de voorweide had ie niet gemaaid. Afijn dat verhaal heb ik dan nog te goed. Toch wel grappig, hier en daar zie je een sliertje gemaaid gras liggen, waar nota bene de schapies zich ook nog eens aan te goed aan gingen doen. Luie donders.

Schapen

De week daarvoor had de schapenscheerder de beesten van hun jasje ontdaan. Toch wel raar die beesten zo zonder jasje te zien rondschuifelen. Enkele weken later stond er weer een beetje wol op en toen zag je iets merkwaardigs. Na een regenbui worden enkelen spierwit, da's vooral in de schemer een maf gezicht. Je ziet zoiets zelfs in de nacht bij de maneschijn nog rondwaren. Ik dacht ff dat er een vreemd gevaarte de wei ingeslopen was. Verrekijker erbij, en het bleek een van die spierwitte beesies te zijn, spookachtig hoor.

Zwemwater

Het zwemwater biedt dit jaar zeer hardnekkig weerstand om helder te worden. Volgens Wim is het zuurstof dat het water diffuus maakt. Algen kunnen het niet zijn, want die zijn vakkundig om zeep geholpen met een paar liter anti alg. Volgens de "badmuts" is de PH - zuur graad - veel te laag. Meten is weten, en ja hoor, véél te laag. Bij de Brico een emmertje PH verhogend spul gehaald en uiteindelijk het hele emmertje er in gekieperd. Volgens het etiket moest er 60 gram per 10m3 in. Dat had echter totaal geen effect. Dus, hop nog maar eens een dosis. Bèh, nog geen effect. Een half emmertje verder begon het pipet meetding eindelijk iets als een uitslag te geven. De nu gemeten waardes waren echter nog steeds ver beneden de gewenste waarde. Goede raad is duur. Je wilt dan graag weten: wat is het werkzame spul erin en je twijfelt of je een dag moet wachten. Wat het goedje precies is staat natuurlijk niet op het etiket, een gokje dus maar en hop de rest verdween plotseling per ongeluk in het zwembad. Na een kwartiertje wachten weer gemeten en verrek, weliswaar de onderste waarde op de schaal van OK, maar toch. In ieder geval is deze factor ook uitgeschakeld. Morgen maar weer eens kijken wat dat met de zuurstof in het water heeft gedaan. Je moet al bijna een chemicus zijn om dat water goed te krijgen.
De volgende dag blijkt dat toch de oplossing geweest te zijn. Het water is weliswaar nog niet helder maar ik kon al behoorlijk wat van het residu opzuigen uit het zwembad.

Toetje

Voor een van de vele diners van de afgelopen weken maakte ik dat toetje met gebakken banaan in gember-roomboter saus. Dit keer was het erg goed gelukt. De bananen bleven netjes in vorm en hadden ook nog precies de goede bruining. De saus is ook altijd maar afwachten of die de juiste consistentie krijgt. De eters likten hun vingers af! Daar krijg ik altijd een fijn gevoel bij. Jawel, het is een calorie bom!

Recept voor 6 personen.

  • Eerst warm je 200 gram boter op bak je er de 2 el gembersnippers in, de boter mag absoluut niet bruin worden, eigenlijk is het meer opwarmen.
  • Daarna doe je er eetlepel rietsuiker, een zakje vanillesuiker (7.5g) en een paar theelepeltjes van de gembersiroop bij.
  • Goed roeren totdat alles is opgelost.
  • Dan proef je even.
  • Het moet een beetje pittig zijn van de gember. Is dat niet het geval dan, om het een beetje péng te geven doe ik er soms nog een druppel tabasco in. Dat is een beetje afhankelijk van de gember kwaliteit en hoe zoet de siroop is of zo.
  • Dan het vuur laag om de saus warm te houden, eventueel iets laten indikken - zie onder.
  • Is de saus klaar dan doe je een klont boter in een andere koekenpan en op hoog vuur bak je de overlangs door de helft gesneden bananen aan beide kanten licht bruin (halve banaan per persoon).
Op een klein bordje leg je dan de halve banaan warm uit de pan, schenkt daar een beetje van de saus over. Een bolletje vanille-ijs erbij maakt het helemaal af.
Voor de lekkerbekken de rest van de saus in een klein schaaltje erbij serveren. Als het allemaal goed is dan is de saus net dik genoeg om op en bij de banaan te blijven liggen. Is het te heet dan smelt het ijs weg, te koud dan stolt de saus en wordt het dik stroperig, ook niet goed.

Stagiaire

Dit jaar hebben we weer een stagiaire, wat een uitkomst is dat eigenlijk. Zij neemt mij het schoonmaken en opdekken van de kamers uit handen. Zelf doe ik dan het schoonmaken van de andere ruimtes en samen doen we iets met de tuin. Dat geeft een beetje lucht. Want alleen vijf kamers en een appartement op een dag schoonmaken maakt een wrak van me. Na een weekeinde waarin alle kamers elke dag andere gasten hadden draaide de wasmachine vol continu. Dat viel zelfs de gasten op. Nu hebben we voor alle bedden dubbel linnengoed dus dat vormt geen probleem. Wel een probleem was dat het maar blééf miezeren buiten. Dus hing de garage op een gegeven moment vol met heerlijk geurende was. De ene gast stoort zich daaraan een ander gast vindt dat juist de charme van een B&B. Wie het weet mag het zeggen, persoonlijk kan ik daar geen pijl op trekken wat nu wel en wat nu niet een gast hindert. Meestal proberen we alles uit het zicht te hangen, volle waslijnen noopten tot noodmaatregelen.

Tuinieren

De laatste dagen is het prachtig weer, de zon brand op je kersenpit en met de maaimachine snor ik in een gezapig tempo over het gazon. De stagiaire is bezig met het onkruid te trekken en na een morgentje is de voorkant weer helemaal aan de kant. Je kunt echt zien dat het onderhoud van een tuin geen gewoon werk voor haar is. Niets mee aan de hand alles leert en het is geen rocket science om onkruid van planten te onderscheiden. Bij twijfel ruk je het, als het ff kan met wortel en al, eruit. Is het iets serieus kun je het altijd nog terugsteken. We hebben een redelijk makkelijke tuin met niet teveel dingen die ik niet herken. Het eruit trekken van groen is meestal 99% correct. Voor mij is alles gewoon een boterbloem zolang het niet herkend wordt. Fannie heeft daar meer kennis van en ziet al vroegtijdig of het aardbeien zijn of ongewenste boterbloemen. Bomen en struiken zijn duidelijk doch met dat kleine grut gaat het nogal eens mis als er geen stokje met aanduiding bij staat. Hoewel dat vorig jaar totaal geen toegevoegde waarde had want de tuinjongen maaide toch alles aan gort. Het lijkt er op dat nu meer aanplant het overleeft. Zelfs de taxus waagt het nu om een paar centimeter boven het maaiveld uit te komen. Die ziet natuurlijk kansen nu er niet meer rücksichloss alles plat gemaaid wordt.
Eigenlijk begin ik het tuinieren wel lollig te vinden. Beetje met de bosmaaier de kantjes van de tuin en perken langsrossen, de rest kortwieken en met de maaimachine het gras verpulveren. Dan zorgen dat er niet teveel boterbloemen in de perkjes komen te staan of dat het een en ander in model gesnoeid wordt. Zo staat het toch allemaal een beetje netter, de gasten beginnen zelfs complimenten over de tuin te geven. Of is dat uit medelijden? Zo van, och kijk die jongen eens zijn best doen. Met de rozenstruiken ben ik nog niet tot overeenstemming gekomen, hoe ze zich willen laten knippen en scheren. Ja, de theorie is bekend. De praktijk is heel anders. Als je het goed doet schijnt er ook nog een model in te komen zodat de rozen gelijkmatig verdeeld over de hele struik aan de bloei komen. Nu schiet alles alle kanten op, ik moet dus nog heel wat oefenen. Het voordeel is dat de groene zooi vanzelf weer aangroeit. Gaat het mis dan komt er altijd wel weer ergens een takje aan. Misschien gaat het volgend jaar weer beter en wordt het om aan te zien.