Posts tonen met het label Huisjes. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Huisjes. Alle posts tonen

29 april 2014

Laatste loodjes


Dat niet alles van een leien dakje liep de laatste paar weken kun je wel merken aan het aantal gepubliceerde blogs.
Een van die dingen die nu al voor een vierde keer gedaan zijn is het afwerken met cement en op (waterpas) niveau brengen van het nieuwe trappetje bij de lobby. Gedoe! Op de een of andere manier wilde dat maar niet lukken. Zo stapte een gast onverwachts pardoes in het net aangebrachte cement. De waarschuwing bestierf op mijn lippen, te laat! Dan maar voor de derde keer het net niet gedroogde cement er af geschraapt en beloof je je zelf de volgende dag opnieuw te beginnen. Om moedeloos van te worden. Dit keer zou het met sneldrogend kant en klaar spul gaan, hoefde op 25 kg maar 3 liter water bij. Volgens het etiket zou het tussen de 2 en 3 uur hard zijn. Nou, de volgende ochtend was de handel toch echt niet hard en brokkelde bij mijn voorzichtig proberen het toch bij de randjes af. Waardeloos spul. Komt van de Brico, op zich zegt dat misschien niets maar ik had toch die paar euro meer moeten uitgeven bij de BigMat. Daar hebben ze door de bank genomen iets betere waren waar je in de meeste gevallen vanuit kan gaan dat het goedje werkt als aangegeven. Goedkoop is duurkoop? Cement is toch cement, wat kun je daar nu aan verklooien? Van alles dus.
Afijn, deze laatste keer gaf als bonus het beste resultaat; übung macht den Meister ;=) Na vier dagen was de zaak droog genoeg om de tegels erop te plakken. Met het restant lijm van de douche van kamer 5 lukte dat wonderbaarlijk goed. Nu nog een goed idee krijgen van de aanhechting met de vloer van de lobby. Wellicht een beetje kleurstof in het voegsel of gewoon puur cement, mooi glad. Betonverf was ook een idee dat gister naar boven borrelde.

Over ideeën krijgen
De laatste serie huisjes staan me, nu ze bisquit gebakken zijn, nog steeds ongeglazuurd toe te lachen. Het dilemma is: welke kleuren gaan erop en hoe. Neem een verkeerde kleur, of breng een verkeerd accent aan en al het werk is waardeloos geworden. Dillemma's!

Af en toe vertel ik onze gasten wel eens, om dat te illustreren, dat er in ieder stadium (vormgeving – drogen – bisquit bak – glazuren – glazuur bakken – afkoelen) je werkstuk op verschillende wijzen verpest zo niet vernietigd kan worden. Nog nooit had ik zoveel aarzeling iets in een glazuur te zetten. Aan de andere kant kun je ook met het kiezen van een geschikt glazuur een werkstuk verbeteren, net zo makkelijk. Je kunt vervreemding toepassen, accenten leggen, of juist door het hele stuk dezelfde glazuur te geven de gebreken die je zelf ziet juist op laten gaan in het geheel, zodat het toch weer een leuk ding voor op tafel wordt. In het minste geval kun je soms ook beter besluiten een huisje maar in de ton te mikken: het is niks, wordt niks en zal ook nooit wat worden. Aan de andere kant: niet geschoten is altijd mis. Bijna altijd laat ik daarom een in mijn ogen mislukt werkstuk toch het hele proces meelopen, al ware het maar om een nieuw glazuur uit te proberen, of een techniek te testen.
Een paar dagen geleden kwamen Yvette en Willem aanwaaien. Fannie vroeg hén maar eens om advies, kijk dan pak je natuurlijk meteen een potloodje om notities te maken. Een mooi idee werd er geopperd. Weer een stap verder, nog drie te gaan voordat de fik erin kan.

Aanwaaiers
Van de week klopten vader en zoon aan de deur, fietsers! De eerste “aanwaaiers” waarvan je weet dat er nog een heel aantal zullen volgen in dit voorseizoen. De volgende ochtend bleken de twee zich een klein beetje verrekend te hebben in hun planning om Dijon nog op tijd voor hun aansluitend vervoer te bereiken. Flexibel als een looien deur als we zijn bracht ik ze de volgende ochtend, op hun verzoek, dat wel, een stuk verder naar Port sur Saône. Iets meer dan 30km verderop. Daarmee zouden ze het net gaan redden om de volgende dag rond het middaguur in Dijon op eigen spierkracht aan te komen.

Toch wel grappig. Bij het starten van Le Mouton Qui Rit dachten we voornamelijk motorrijders aan te trekken. De omgeving was immers bij uitstek geschikt om op de brommer rond te krassen en in gezapig tempo de dorpjes en landschappen te bekijken. Het zijn uiteindelijk de fietsers geworden die ons een goede uitvalsbasis voor tochten in de omgeving blijken te vinden. Het gebied is namelijk minder heuvelachtig dan de Vogezen of de Elzas, en net voldoende geaccidenteerd om toch nog een klein beetje sportief te kunnen rijden.
De mannen van IRAP veegden elke avond zo'n beetje ruim honderd km over de lokale wegen na hun werktijd. Om de gedachten weer op een rijtje te krijgen vertelden ze, want die sessies in het hospitaal waren nogal intensief.
De paasdagen hadden we vier gezinnen hier, waarvan de heren de omgeving af wilden fietsen. Die bekende rit “les Trois Ballons” zijn voor de beetje gevorderde fietser een geliefd doel om te rijden. De hoogste berg is 1200 meter. De dames gingen wandelen en shoppen. Om het af te toppen reden de heren een deel van de weg terug naar huis op de fiets. Ze zouden 80 KM verderop opgepikt worden door de volgwagens. Kijk, dat is een mooie manier om je paasweekeinde te besluiten. Alleen jammer dat het een beetje miezerde vanochtend. De volgende grotere groep is dan voor de Trois Ballons rit op 14 juni. Tussendoor verwachten we dan fietsers die van NL of BE richting Compostella, Barcelona of Milaan gaan fietsen. Dat is een tocht van rond de 1700 km en beschreven in het boekske van Benjaminse. Bij toeval ligt ons B&B precies op de oostelijke route. Sommige fietsers doen die barre tocht helemaal alleen, anderen doen hem in ploegjes en af en toe in etappes: ieder jaar een stuk.
Sinds vorig jaar hebben we ons aangemeld als depot voor fietsers van de firma Soetens. Via hen kunnen de fietsen hier gebracht of gehaald worden incluis de bagage. Dat leek ons een goede aanvulling op ons service pakket. Zo kun je bijvoorbeeld hierheen treinen en vanuit le Mouton de tocht voortzetten. Een stuk verderop, bijv. in Cluny, Gerona of eerder, wordt de fiets dan weer opgehaald. Commentaren die ik op het net las zijn positief over de dienstverlening van Soetens.

Ondertussen
Stukje bij beetje raakt het terrein weer aan de kant. De graafwerkzaamheden van de herfst hebben nogal wat sporen achter gelaten. Palen met klonten cement eraan, heuveltjes overgebleven grond, dingen die door de gravert her en der zijn blijven liggen... Bij de laatste storm is het dakje van het pomphuisje beschadigd geraakt, stukken dakpan liggen helemaal tot in de wei. Kortom, de grote schoonmaak gaat verder. Het zwembad is ineens groen geworden door het warme weer van de laatste weken, ook daar maar weer mee aan de gang om met mei de handel op de solar farm aan te kunnen gaan sluiten. Bij toeval liep ik in de hypermarché de Badmuts tegen het lijf. Meteen maar om een offerte gevraagd voor een UV lamp voor het bad en een regelbare motor. Nu schijnt hij het nogal druk te hebben, naar eigen zeggen, maar volgende week zou ie ff langskomen. Dat zal wel een paar keer bellen kosten voordat dat werkelijkheid is geworden.
Wel zijn bijna alle onderdelen voor aanvullende projecten met de Raspi computertjes binnen. Het wachten is nog op de 300m klos netwerkkabel en stekers. Dan kunnen weer dingen aan elkaar geknoopt worden. Iets wat zeker een hinder is geworden, is dat we de deurbel niet horen als we boven aan de gang zijn. Nu kun je die bel verplaatsen naar waar de CV kachel staat, en dat gaat ook gebeuren, maar dan nog hoor je in het atelier niks. Dus waarom niet iets met de raspi's doen die door het hele huis (gaan) hangen. Er is een soort (zenuw)netwerk aan het ontstaan waaraan beveiligingscamera's, bewegingssensoren, zelfs een weegschaal (voor het verbruikte hout), temperatuuropnemers, allerlei andere soorten alarmen, een camera om de schapies op afstand in de gaten te kunnen houden en ga zo maar door. Op dit moment sturen we met twee Raspi's de CV kachel en de solar farm er mee aan. Binnenkort komt er bij het pomphuisje nog een nieuwe sterkere WiFi zender incluis uiteraard een raspi voor het weer station met camera om de schapen te observeren. Er zijn nog zoveel andere dingen die gemeten en geregistreerd kunnen worden... Tuurlijk, er zit hier voornamelijk (heel veel) puur hobbyisme bij. Je doet dit soort dingen gewoon omdat het kan. Aan de andere kant is het toch prettig voor de gasten die aanbellen dat er iemand bij de deur staat om ze om ze te verwelkomen, en niet dat ze eerst met hun mobieltje moeten bellen om Le Mouton in te kunnen. Dat geeft geen goede indruk.

Op zich is dat ook nog weer een idee, met je telefoon naar binnen kunnen ;=) De lijst met projectjes wordt steeds langer. Geloof het of niet, maar het is echt geen rocket science om die dingen te programmeren of aan elkaar te knopen. Immers, de Raspi's zijn juist ontworpen om jonge mensen die totaal geen ervaring hebben op dat gebied geïnteresseerd te krijgen voor deze tak van techniek. Natuurlijk helpt het enorm als je handig bent met je vingers, of redelijke ervaring hebt met programmeren. Volgens de mensen van de Raspberry Pi Foundation is dat echter helemaal niet nodig om toch leuke dingen te kunnen doen. Het blijft natuurlijk electronica en je moet geen gekke dingen doen. Maar met een beitel moet je ook geen spijkers uit het hout proberen te wurmen, dan gaat ie ook stuk. En nou ja, als je liever borduurt of een boek leest en techniek is helemaal je ding niet, dan zul je aan een Raspi ook geen lol beleven, simpel zat.

11 maart 2014

Lammeren 2


Suffolk schapen
bron: daylypost.co.uk
"Cornelis kom eens kijken!" Klonk het plotseling. Maar ik was natuurlijk te laat, het lam was al geboren. Het lammeren van onze schapies gaat nu eenmaal erg soepel. Tot onze stomme verbazing liep de ooi na het werpen gewoon verder alsof er niets was gebeurd! Fannie grijpt de verrekijker en koekeloert richting het net geboren lam. "Een bruine" zegt ze nog. "Maar wat ligt ie stil, en waarom loopt moeder ervan gewoon weg?" Vreemd is dat wel ja, want normaal wordt een lam eerst helemaal schoongelikt en dan wordt er een beetje tegenaan gepotelt om het in beweging te krijgen. Niets van dat alles. Ik kijk ook nog ff door de kijker. We concluderen dat het een doodgeboren lam moet zijn. Nauwkeuriger bestuderen we de ooi, dat is er eentje van vorig jaar, een eenjarige. De enige trouwens met een donkere Suffolk achtige kop. Nu weet je dat miskramen bij eenjarigen vaak voorkomen, die lichamen zijn er nog niet echt klaar voor. Ook al zijn ze na een maand of 7-8 al tochtig, dan nog is het beter een jaartje over te slaan. Blijkbaar hebben de andere eenjarigen geen veeg gekregen, dat komt wel goed dus. We drinken het laatste restje thee op en lopen, gewapend met een paar handschoenen en een schop, de wei in. En jawel, het lam is morsdood, doodgeboren concluderen we. Wel prima dat er geen complicaties zijn geweest. Dat gebeurt ook niet zoveel met de Suffolk schapies, wat dan maar weer eens bevestigd wordt. Dé reden waarom we omgeschakeld zijn van Texels naar Suffolk is dat bij de zuivere Texels bijna altijd complicaties zijn geweest. Een echt vleesras is het Suffolk niet, ook geen wol ras. Het is geen vlees noch vis zeggen ze wel eens. Waarom het ras zo populair is moet ik toch eens uitzoeken. Wellicht omdat het gewoon leuk is om naar te kijken? Toch wel balen dat een wezen dan zomaar weer de grond in gestopt moet worden zonder dat het de kans had keet te schoppen op deze aardkloot.

Moutarde

Een van mijn zondes is geloof ik mosterd. Lekker op een plak kaas, bij het apéro met salami, paté... Mosterd is goed, mosterd moet. In LDF hebben ze vele soorten van dat lekkere goedje. Prima voor elkaar dus. Fannie en ik zijn eervorigjaar eens naar het fabrieks winkeltje van de Moutarde de Dijon geweest: het huis Maille. Heel apart. Daar kwam de mosterd gewoon uit een soort bierpomp lopen. Bizar!
bron: house of maille
Zoals gezegd er zijn vele, vele, soorten mosterd. Voor mij geldt: als je er niet van moet tranen dan is het geen mosterd! Mosterd moet voor mij scherp zijn dus, hoewel om te koken is de scherpe variant van de Moutarde de Dijon niet echt geweldig. Daar wordt dan weer het klassieke type voor gebruikt. Die is zacht, heeft nog hele mosterdzaadjes die ook zacht zijn en heeft een wat "donkerder" smaak. De milde variant in een saus bij karbo's of bij dikke Vlaamse frieten aangelengd met een beetje mayo, mjammie! Kun je ook kant en klaar kopen: mayo met Dijon mosterd. Voor een saus is het ongeschikt, daar moet je nog ietwat aan verbouwen. Bij een salade doe ik meestal een lepeltje mosterd in een dressing van fromage blanc, komt zo mooi tot zijn recht. Geeft er net een beetje extra pizzaz aan. Of je smeert een laagje mosterd om een speklapje (al half gegaard) heen en legt dat onder de gril totdat het krokant is, erg lekker! Beetje kaasschaafsel erover nog weer even onder de grill, en die snack kan niet meer kapot.

Huisjes

Gisteravond de 6 huisjes in de oven geladen om bisquit gebakken te worden (bij 900ºC) en vanochtend kwamen ze er allemaal ongeschonden uit. Het is altijd maar afwachten of er toch niet toevallig ergens een luchtbel ingesloten was. Er wordt nogal wat geplakt en gekneed in die objecten en een luchtbel zit er zomaar in. Luchtbellen (of afgesloten ruimtes) zorgen voor explosies in je oven omdat er zich juist in die ruimtes stoom verzamelt, dat kan dan geen kant op en boem! Hoge temperatuur en druk doen nare dingen met je werk. Daarom prik ik altijd kleine gaatjes in die delen waar geen gaten voor ramen of deuren zitten, dan kan het water er makkelijk uit. Wat ook helpt is de objecten lang te drogen, zelf houd ik minimaal 3 weken aan. Misschien een beetje overdreven maar zo weet ik zeker dat ook de dikkere delen echt droog zijn. Het droog proces van klei is iets waar je zeker de nodige aandacht aan moet besteden. Vooral als je met objecten te maken hebt die voornamelijk in elkaar gemonteerd zijn. Dan is langzaam drogen in plastic zakken het devies en kan het water gelijkmatig uit het werkstuk verdampen. Ook als je gewerkt hebt met plakken klei waarvan de vochtigheid verschillend was, is het een goede truc om er plastic omheen te doen zodat het water zich eerst gelijkmatig door de klei kan verspreiden en daarna pas drogen. Krachten die ontstaan bij ongelijkmatig (uit)drogen zijn groot en doen je werkstuk uit elkaar scheuren. In de zon of in de wind zetten bij dit soort objecten is meestal fataal. Uiteraard speelt de gebruikte montage techniek zelf de belangrijkste rol bij het heel blijven van je werk. De huisjes 21 en 22 zijn door onvoldoende aandacht voor het droogproces dan ook gesneuveld. Zo leer je op de harde manier wel geduld te hebben.
bisquit gebakken huisjes 18 t/m 25

Nu maar eens goed gaan nadenken over het glazuren (kleuren).









4 december 2013

Huisjes en zo

700
Hé de tellert van blogs  staat op nummer 700! Over een klein half jaar zitten we hier alweer 6 jaar. Dat is dan ruim 100 blogjes per jaar. Daarom heb ik aan de blog een tag-cloud toegevoegd, zoekt wat makkelijker. Zie rechts onder.

Keramiek
Op Wim's laatste avond alweer in Le Mouton, zaten we te praten over hoe een huisje tot stand komt en wat daar allemaal bij komt kijken of wat fout kon gaan en gaat. Vanzelfsprekend kwam ook hier de inzet van een Raspi aan bod, of dat iets met het bakproces kon doen, zodat je dit veel preciezer in de hand kon houden, en hoe dat dan te realiseren zou zijn. Volgens Wim een kwestie van een paar relais en een stukkie software.
Al met al werd het een verhaal eigenlijk over wat er zoal bij komt kijken voordat een huisje klaar is voor de verkoop.
"Dat zou je eens moeten opschrijven", zei Wim. "want ik denk niet dat mensen een idee hebben hoeveel daar bij komt kijken aan tijd en kunde". Aldus doende, dan maar.




Ontstaan van een huisje 
Meestal begint het met potlood en papier. Er worden wat schetsen gemaakt van hoe het volgende huisje er uit zou moeten zien. Wat detail tekeningen van aandachtspunten of details die in het nieuwe huisje moeten gaan zitten. Zo'n ontwerp is meestal niet meer dan een leidraad.

basis schetsen
Dan worden plakken klei met de wals in het atelier gemaakt, met zo'n plakkenwals worden die mooi gelijkmatig van dikte.
plakkenwals
foto: roderveld.com
Soms maak ik sjabloons volgens het ontwerp voor de wanden van een huisje en worden die uitgesneden.

plakken klei vlgs sjabloon
Het samenstellen van het casco is een secuur werkje. Dat doe je met slib.

dikke en dunne slib

Als het niet goed aan elkaar wordt gemonteerd - met plaksel (slib) van dezelfde klei - dan ontstaan er tijdens het drogen of bakken scheuren en doet het in mijn ogen afbreuk aan het ontwerp. Daarmee is de basisvorm van een huisje klaar.

basisvorm huisje #21
Wat volgt nadat de klei iets meer uitgedroogd is (leerhard) is het snijden van de gaten die later de ramen, balkons en deuren gaan worden. Voortdurend blijf je afwerken en glad poetsen.  Je brengt versierselen / ornamenten aan en dan is het ruwe werk achter de rug. Het serieuze polijsten, poetsen en boetseren volgt totdat alles glad is en de al té scherpe hoeken weg zijn.  

halverwege #21
Het afwerken van de ramen en andere openingen, aanbrengen van ornamenten, polijsten en poetsen kan meerdere dagen duren. Als je er niet aan werkt verpak je het werkstuk in plastic om uitdrogen te verhinderen, Daarna laat ik het werkstuk verder drogen totdat het "bone dry" is. Als je je kop er niet bij hebt gehouden gebeurd dit:

scheuren!
Wat is er hier gebeurd? Het water verdampt uit de klei waardoor het lege ruimtes achter laat. Door de "kleefkracht" in de klei zit er een behoorlijke rek in, tot wel 10%. Dat krimpen kan niet tot het oneindige doorgaan waarna er scheuren ontstaan. Als de toplaag zoals bij huisje #21 veel "slapper" was dan de onderlaag krijg je ook nog verschillen in de snelheid waarmee de lagen drogen. Hoeveel rek er opgevangen kan worden is weer afhankelijk van de soort klei (samenstelling).

Dat verschijnsel zie je ook in de wei in de zomer. De slappe bovenklei scheurt eerder dan de onderliggende nog natte klei omdat aan de oppervlakte het water sneller verdampt, precies omgekeerd dus, maar wel een soortgelijke situatie.

bron: us.123rf.com
Als de klei weer nat wordt verdwijnen de scheuren weer. Ik vrees echter dat er teveel vocht toegevoegd zou moeten worden om #21 nog te kunnen redden. Had dit voorkomen kunnen worden? Wellicht door #21 exreem langzaam te laten drogen. Was het bij het bakken alsnog fout gegaan? Denk het wel ja. Waarom? In principe heb je hetzelfde probleem bij het bakken als drogen.Tijdens het bakken verdwijnt er namelijk opnieuw water uit de klei. Water dat chemisch gebonden heet te zijn aan de klei deeltjes. Bovendien lagen met verschillende (ruimtelijke) samenstelling verdragen elkaar dan niet goed waardoor er opnieuw dingen fout kunnen gaan.

Bij werkstukken waar veel gewerkt is met plakken en aan elkaar zijn gezet met slappe klei treed dit verschijnsel als je niet oppast ook op.


huisje #20
Dit huisje bestaat alleen maar uit losse elementen. Weer anders dan de meeste van mijn huisjes die uit een dichte vorm bestaan. Die laatsten kunnen veel meer spanning verdragen tijdens drogen en bakken.
spanningen afleiden
Hier is speciale aandacht aan de "lassen" besteed. Als je op de bovenstaande foto klikt zie je dat die lassen tamelijk vloeiend overgaan op de aangrenzende vlakken. Geen scherpe hoeken daar. Wat ervoor zorgt dat spanningen moeiteloos weg kunnen vloeien. Bestudeer je de werken van Gaudi dan zie je dat ogenschijnlijk kwetsbare verbindingen zo gemaakt zijn dat krachten en druk via een "vloeiende" weg door andere bouwdelen afgevoerd kunnen worden. Dat maakt het werk stabiel en treden er nauwelijks vervormingen op. Bij #20 komen natuurlijk geen problemen van grote druk voor. Des te meer trekt alles aan elkaar en moet je meer 'stutten' aanbrengen om dat te neutraliseren dan je misschien zou willen. In de natuur, Gaudi's leidraad voor veel van zijn constructies, zie je ook dat verbindingen vloeiend in elkaar overgaan. Het resultaat van duizenden jaren aanpassen. Wat kapot gaat overleeft simpelweg niet. Scherpe hoeken gaan eerder kapot dan zachte ronde verbindingen.

huisje #20 klaar voor het stoken
In dit geval kun je er vanuit gaan dat delen van de voorgevel van #20 tijdens het bakken ietsjes zullen vervormen. Daarom heb ik de voorgevel een beetje 'voor-vervormd' om het efect te versterken. De uiteindelijke vervorming is een beetje afhankelijk van het bak proces en de plek in de oven. Ook speelt mee, hoe gelijkmatiger het bakken en afkoelen gaat des te kleiner de uiteindelijke vervorming zal zijn.


Klei 
Iets over klei (lutum)
Over landbouw klei zijn bibliotheken volgeschreven. Over klei specifiek geschikt voor keramiek in de westerse wereld veel minder. Dat komt ook omdat keramische klei nu niet direct een massa product als bakstenen is. Veel klei voor pottenbakken of handvormen wordt door keramisten zelf geprepareerd. Klei bestaat uit kleine stukjes verweerd gesteente. Als die deeltjes kleiner zijn dan 2mu of 2 miljoenste meter dan heet het klei te zijn. Ze zien er onder de microscoop uit als heel kleine schilfertjes die door hun eigen elektrische lading aan elkaar kleven. Die lading zorgt er ook voor dat er bepaalde chemische elementen (ionen geheten) aan de schilfertjes kunnen blijven plakken. Die ionen hebben een eigen lading en grootte, waardoor je een onregelmatig ruimtelijk raster krijgt.  

klei deeltjes
bron wikipedia
De verschillende ionen o.a. geven aan de klei bepaalde eigenschappen als bijvoorbeeld kleur en baktemperatuur. Zo ontstaat een chaotisch aan elkaar klevend klontje kleiplaatjes. Tussen de klontjes zelf zit weer water waardoor de rode of grijze prut ontstaat die aan onze schoenen en laarzen blijft plakken.


elementair klei deeltje
bron: ETH zurich
Klei kun je een delfstof noemen, het wordt ergens opgegraven, ontdaan van (organische) verontreinigingen, toegevoegd worden wat andere stofjes en, zeg maar andere kleisoorten. Zo kennen we verschillende soorten klei voor potten draaien, handvormen, beeldhouwen, gieten (WC potten bijv) of technische doeleinden. Er zijn verschillende kleuren klei: wit, grijs, bruin, rood of zwart bakkende klei bijvoorbeeld. Dat komt door de soort mineralen die er in zitten. Roodbakkende klei bevat onder andere veel ijzer. Zelf gebruik ik wit bakkende klei voor de huisjes met een beetje chamotte er in. Dezelfde soort klei maar dan zonder chamotte is heel plastisch en gebruik ik voor het draaien van potten en schalen.

Chamotte
Chamotte is niets anders dan gemalen gebakken klei van bepaalde korrelgrootte. De korrelgrootte van 0.2mm - 2 mm, en de hoeveelheid in de klei maakt dat het werkstuk in meer of mindere mate tegen temperatuurschokken kan. Ook bevordert chamotte de vormvastheid tijdens het bewerken en hoe vormstabiel het werkstuk bij het bakken blijft. Hoe grover de chamotte en hoe meer er in zit des te ruwer voelt de klei aan. Ook des te beter kan de klei dan tegen temperatuurwisselingen/schokken. Als je iets denkt te gaan Raku stoken is daarom ook een hoog gehalte aan chamotte nodig omdat het werkstuk zo uit de oven in de openlucht wordt gebracht. Een temperatuur verschil van ruim 800 graden! Een schaaltje van fijne draaiklei zou bij die behandeling uit elkaar spatten! Voor de huisjes gebruik ik klei met een fijne chamotte van 0.2mm.

Bakken
Het bakken van een werkstuk gaat in twee keer. Ongebakken klei (greenware) wordt nadat het echt goed droog is (bone dry) op 800-900 graden (bisquit) gebakken in een keramische oven. Nadat het is afgekoeld wordt het werk met glazuren of engobes (dunne klei met kleurstoffen) gekleurd en opnieuw gedroogd. Dan wordt het op 1100ºC of hoger gebakken. Soms krijgt het werkstuk nog een tweede of meerdere bewerkingen afhankelijk van de glazuren en doel van de artiest.
Om de hoogte van de temperatuur de regelen en de snelheid waarmee de temperatuur omhoog/omlaag gaat, heb je automaten in de handel die je tussen het stopcontact en de oven zet. Meestal stijgt de temperatuur met 100-150ºC per uur tot 900 of 1280 graden. Die twee temperaturen worden een poosje vastgehouden, dat noemt men pendelen. Zie grafiek hieronder. Het afkoelen gaat meestal volgens een natuurlijk proces: oven uit = afkoelien. Voor sommige glazuren of werkstukken is dat echter te onnauwkeurig en is een veel nauwkeuriger (duurdere) automaat nodig die in kleinere stapjes de temperatuur regelt.


voorbeeld stookcurve
Bovenstaand voorbeeld is voor bisquit bakken, de eerste bakbeurt. Hierna volgt het glazuren en dan opnieuw bakken. 

Glazuren
Glazuren geven de kleur aan het werkstuk (er zijn ook transparante glazuren). Het zijn stoffen op basis van silicaat (komt van o.a. zand), kleur pigmenten, metaal oxides en verschillende componenten die ervoor zorgen dat het glazuur tijdens de stook niet van het werk afdruipt. Glazuren kun je ook zelf maken, alles wat je nodig hebt is een nauwkeurige weegschaal en een aantal basisstofjes. Daarbij komt een engelen geduld goed van pas en veel zin om te experimenteren. Geheid komen er veel teleurstellingen. Totdat je de ideale combinatie van stofjes, de soort klei, stookcurve en werkwijze hebt gevonden, kunnen er jaren overheen zijn gegaan. Er kan daarna nog steeds van alles mis gaan.
De bestanddelen van glazuren worden eerst goed gemengd en op hoge temperatuur gebakken. Daarna in een kogeltrommel tot zeer fijn poeder vermalen. Dat wordt in water opgelost en op het object gespoten of gekwast (kwastglazuren). Er zijn bijna alle kleuren mogelijk, je hebt ook effect glazuren die bijvoorbeeld een metallic glans hebben, of glitter achtige dingen, twee kleuren effecten en wat al niet meer. De curve voor de glazuur stook ziet er ietsjes anders uit, heeft andere momenten van rust, maar komt er dicht in de buurt. Zij het dan dat de stook tot 1280ºC tussen de 12 en 15 uur neemt. Of soms met het afkoelen erbij wel een dag.



Voor wie helemaal tot hier is gekomen met lezen kan nu een beetje een idee hebben wat er allemaal bij komt kijken om een huisje, pot of schaal te maken. Je mag dan ook wel zeggen dat het een van de meest veelzijdige hobby's is die er zijn. Pak je het een beetje serieus aan dan vereist dat best wel enige studie van uiteenlopende onderwerpen. Vooral de voorstudie voor de Gaúdi huisjes was spannend. Net zo belangrijk is het om het veel te doen om handigheid en ervaring te krijgen. Het leuke is dat je voortdurend weer iets bijleert, is het niet over glazuren, dan wel over kleisoorten, architecten, Koreaanse vazen en ovens. Zelf kijk ik ook veel naar hoe anderen het doen via YouTube bijvoorbeeld. Een atelier van een pottenbakker loop ik nooit zomaar voorbij.