4 december 2013

Huisjes en zo

700
Hé de tellert van blogs  staat op nummer 700! Over een klein half jaar zitten we hier alweer 6 jaar. Dat is dan ruim 100 blogjes per jaar. Daarom heb ik aan de blog een tag-cloud toegevoegd, zoekt wat makkelijker. Zie rechts onder.

Keramiek
Op Wim's laatste avond alweer in Le Mouton, zaten we te praten over hoe een huisje tot stand komt en wat daar allemaal bij komt kijken of wat fout kon gaan en gaat. Vanzelfsprekend kwam ook hier de inzet van een Raspi aan bod, of dat iets met het bakproces kon doen, zodat je dit veel preciezer in de hand kon houden, en hoe dat dan te realiseren zou zijn. Volgens Wim een kwestie van een paar relais en een stukkie software.
Al met al werd het een verhaal eigenlijk over wat er zoal bij komt kijken voordat een huisje klaar is voor de verkoop.
"Dat zou je eens moeten opschrijven", zei Wim. "want ik denk niet dat mensen een idee hebben hoeveel daar bij komt kijken aan tijd en kunde". Aldus doende, dan maar.




Ontstaan van een huisje 
Meestal begint het met potlood en papier. Er worden wat schetsen gemaakt van hoe het volgende huisje er uit zou moeten zien. Wat detail tekeningen van aandachtspunten of details die in het nieuwe huisje moeten gaan zitten. Zo'n ontwerp is meestal niet meer dan een leidraad.

basis schetsen
Dan worden plakken klei met de wals in het atelier gemaakt, met zo'n plakkenwals worden die mooi gelijkmatig van dikte.
plakkenwals
foto: roderveld.com
Soms maak ik sjabloons volgens het ontwerp voor de wanden van een huisje en worden die uitgesneden.

plakken klei vlgs sjabloon
Het samenstellen van het casco is een secuur werkje. Dat doe je met slib.

dikke en dunne slib

Als het niet goed aan elkaar wordt gemonteerd - met plaksel (slib) van dezelfde klei - dan ontstaan er tijdens het drogen of bakken scheuren en doet het in mijn ogen afbreuk aan het ontwerp. Daarmee is de basisvorm van een huisje klaar.

basisvorm huisje #21
Wat volgt nadat de klei iets meer uitgedroogd is (leerhard) is het snijden van de gaten die later de ramen, balkons en deuren gaan worden. Voortdurend blijf je afwerken en glad poetsen.  Je brengt versierselen / ornamenten aan en dan is het ruwe werk achter de rug. Het serieuze polijsten, poetsen en boetseren volgt totdat alles glad is en de al té scherpe hoeken weg zijn.  

halverwege #21
Het afwerken van de ramen en andere openingen, aanbrengen van ornamenten, polijsten en poetsen kan meerdere dagen duren. Als je er niet aan werkt verpak je het werkstuk in plastic om uitdrogen te verhinderen, Daarna laat ik het werkstuk verder drogen totdat het "bone dry" is. Als je je kop er niet bij hebt gehouden gebeurd dit:

scheuren!
Wat is er hier gebeurd? Het water verdampt uit de klei waardoor het lege ruimtes achter laat. Door de "kleefkracht" in de klei zit er een behoorlijke rek in, tot wel 10%. Dat krimpen kan niet tot het oneindige doorgaan waarna er scheuren ontstaan. Als de toplaag zoals bij huisje #21 veel "slapper" was dan de onderlaag krijg je ook nog verschillen in de snelheid waarmee de lagen drogen. Hoeveel rek er opgevangen kan worden is weer afhankelijk van de soort klei (samenstelling).

Dat verschijnsel zie je ook in de wei in de zomer. De slappe bovenklei scheurt eerder dan de onderliggende nog natte klei omdat aan de oppervlakte het water sneller verdampt, precies omgekeerd dus, maar wel een soortgelijke situatie.

bron: us.123rf.com
Als de klei weer nat wordt verdwijnen de scheuren weer. Ik vrees echter dat er teveel vocht toegevoegd zou moeten worden om #21 nog te kunnen redden. Had dit voorkomen kunnen worden? Wellicht door #21 exreem langzaam te laten drogen. Was het bij het bakken alsnog fout gegaan? Denk het wel ja. Waarom? In principe heb je hetzelfde probleem bij het bakken als drogen.Tijdens het bakken verdwijnt er namelijk opnieuw water uit de klei. Water dat chemisch gebonden heet te zijn aan de klei deeltjes. Bovendien lagen met verschillende (ruimtelijke) samenstelling verdragen elkaar dan niet goed waardoor er opnieuw dingen fout kunnen gaan.

Bij werkstukken waar veel gewerkt is met plakken en aan elkaar zijn gezet met slappe klei treed dit verschijnsel als je niet oppast ook op.


huisje #20
Dit huisje bestaat alleen maar uit losse elementen. Weer anders dan de meeste van mijn huisjes die uit een dichte vorm bestaan. Die laatsten kunnen veel meer spanning verdragen tijdens drogen en bakken.
spanningen afleiden
Hier is speciale aandacht aan de "lassen" besteed. Als je op de bovenstaande foto klikt zie je dat die lassen tamelijk vloeiend overgaan op de aangrenzende vlakken. Geen scherpe hoeken daar. Wat ervoor zorgt dat spanningen moeiteloos weg kunnen vloeien. Bestudeer je de werken van Gaudi dan zie je dat ogenschijnlijk kwetsbare verbindingen zo gemaakt zijn dat krachten en druk via een "vloeiende" weg door andere bouwdelen afgevoerd kunnen worden. Dat maakt het werk stabiel en treden er nauwelijks vervormingen op. Bij #20 komen natuurlijk geen problemen van grote druk voor. Des te meer trekt alles aan elkaar en moet je meer 'stutten' aanbrengen om dat te neutraliseren dan je misschien zou willen. In de natuur, Gaudi's leidraad voor veel van zijn constructies, zie je ook dat verbindingen vloeiend in elkaar overgaan. Het resultaat van duizenden jaren aanpassen. Wat kapot gaat overleeft simpelweg niet. Scherpe hoeken gaan eerder kapot dan zachte ronde verbindingen.

huisje #20 klaar voor het stoken
In dit geval kun je er vanuit gaan dat delen van de voorgevel van #20 tijdens het bakken ietsjes zullen vervormen. Daarom heb ik de voorgevel een beetje 'voor-vervormd' om het efect te versterken. De uiteindelijke vervorming is een beetje afhankelijk van het bak proces en de plek in de oven. Ook speelt mee, hoe gelijkmatiger het bakken en afkoelen gaat des te kleiner de uiteindelijke vervorming zal zijn.


Klei 
Iets over klei (lutum)
Over landbouw klei zijn bibliotheken volgeschreven. Over klei specifiek geschikt voor keramiek in de westerse wereld veel minder. Dat komt ook omdat keramische klei nu niet direct een massa product als bakstenen is. Veel klei voor pottenbakken of handvormen wordt door keramisten zelf geprepareerd. Klei bestaat uit kleine stukjes verweerd gesteente. Als die deeltjes kleiner zijn dan 2mu of 2 miljoenste meter dan heet het klei te zijn. Ze zien er onder de microscoop uit als heel kleine schilfertjes die door hun eigen elektrische lading aan elkaar kleven. Die lading zorgt er ook voor dat er bepaalde chemische elementen (ionen geheten) aan de schilfertjes kunnen blijven plakken. Die ionen hebben een eigen lading en grootte, waardoor je een onregelmatig ruimtelijk raster krijgt.  

klei deeltjes
bron wikipedia
De verschillende ionen o.a. geven aan de klei bepaalde eigenschappen als bijvoorbeeld kleur en baktemperatuur. Zo ontstaat een chaotisch aan elkaar klevend klontje kleiplaatjes. Tussen de klontjes zelf zit weer water waardoor de rode of grijze prut ontstaat die aan onze schoenen en laarzen blijft plakken.


elementair klei deeltje
bron: ETH zurich
Klei kun je een delfstof noemen, het wordt ergens opgegraven, ontdaan van (organische) verontreinigingen, toegevoegd worden wat andere stofjes en, zeg maar andere kleisoorten. Zo kennen we verschillende soorten klei voor potten draaien, handvormen, beeldhouwen, gieten (WC potten bijv) of technische doeleinden. Er zijn verschillende kleuren klei: wit, grijs, bruin, rood of zwart bakkende klei bijvoorbeeld. Dat komt door de soort mineralen die er in zitten. Roodbakkende klei bevat onder andere veel ijzer. Zelf gebruik ik wit bakkende klei voor de huisjes met een beetje chamotte er in. Dezelfde soort klei maar dan zonder chamotte is heel plastisch en gebruik ik voor het draaien van potten en schalen.

Chamotte
Chamotte is niets anders dan gemalen gebakken klei van bepaalde korrelgrootte. De korrelgrootte van 0.2mm - 2 mm, en de hoeveelheid in de klei maakt dat het werkstuk in meer of mindere mate tegen temperatuurschokken kan. Ook bevordert chamotte de vormvastheid tijdens het bewerken en hoe vormstabiel het werkstuk bij het bakken blijft. Hoe grover de chamotte en hoe meer er in zit des te ruwer voelt de klei aan. Ook des te beter kan de klei dan tegen temperatuurwisselingen/schokken. Als je iets denkt te gaan Raku stoken is daarom ook een hoog gehalte aan chamotte nodig omdat het werkstuk zo uit de oven in de openlucht wordt gebracht. Een temperatuur verschil van ruim 800 graden! Een schaaltje van fijne draaiklei zou bij die behandeling uit elkaar spatten! Voor de huisjes gebruik ik klei met een fijne chamotte van 0.2mm.

Bakken
Het bakken van een werkstuk gaat in twee keer. Ongebakken klei (greenware) wordt nadat het echt goed droog is (bone dry) op 800-900 graden (bisquit) gebakken in een keramische oven. Nadat het is afgekoeld wordt het werk met glazuren of engobes (dunne klei met kleurstoffen) gekleurd en opnieuw gedroogd. Dan wordt het op 1100ºC of hoger gebakken. Soms krijgt het werkstuk nog een tweede of meerdere bewerkingen afhankelijk van de glazuren en doel van de artiest.
Om de hoogte van de temperatuur de regelen en de snelheid waarmee de temperatuur omhoog/omlaag gaat, heb je automaten in de handel die je tussen het stopcontact en de oven zet. Meestal stijgt de temperatuur met 100-150ºC per uur tot 900 of 1280 graden. Die twee temperaturen worden een poosje vastgehouden, dat noemt men pendelen. Zie grafiek hieronder. Het afkoelen gaat meestal volgens een natuurlijk proces: oven uit = afkoelien. Voor sommige glazuren of werkstukken is dat echter te onnauwkeurig en is een veel nauwkeuriger (duurdere) automaat nodig die in kleinere stapjes de temperatuur regelt.


voorbeeld stookcurve
Bovenstaand voorbeeld is voor bisquit bakken, de eerste bakbeurt. Hierna volgt het glazuren en dan opnieuw bakken. 

Glazuren
Glazuren geven de kleur aan het werkstuk (er zijn ook transparante glazuren). Het zijn stoffen op basis van silicaat (komt van o.a. zand), kleur pigmenten, metaal oxides en verschillende componenten die ervoor zorgen dat het glazuur tijdens de stook niet van het werk afdruipt. Glazuren kun je ook zelf maken, alles wat je nodig hebt is een nauwkeurige weegschaal en een aantal basisstofjes. Daarbij komt een engelen geduld goed van pas en veel zin om te experimenteren. Geheid komen er veel teleurstellingen. Totdat je de ideale combinatie van stofjes, de soort klei, stookcurve en werkwijze hebt gevonden, kunnen er jaren overheen zijn gegaan. Er kan daarna nog steeds van alles mis gaan.
De bestanddelen van glazuren worden eerst goed gemengd en op hoge temperatuur gebakken. Daarna in een kogeltrommel tot zeer fijn poeder vermalen. Dat wordt in water opgelost en op het object gespoten of gekwast (kwastglazuren). Er zijn bijna alle kleuren mogelijk, je hebt ook effect glazuren die bijvoorbeeld een metallic glans hebben, of glitter achtige dingen, twee kleuren effecten en wat al niet meer. De curve voor de glazuur stook ziet er ietsjes anders uit, heeft andere momenten van rust, maar komt er dicht in de buurt. Zij het dan dat de stook tot 1280ºC tussen de 12 en 15 uur neemt. Of soms met het afkoelen erbij wel een dag.



Voor wie helemaal tot hier is gekomen met lezen kan nu een beetje een idee hebben wat er allemaal bij komt kijken om een huisje, pot of schaal te maken. Je mag dan ook wel zeggen dat het een van de meest veelzijdige hobby's is die er zijn. Pak je het een beetje serieus aan dan vereist dat best wel enige studie van uiteenlopende onderwerpen. Vooral de voorstudie voor de Gaúdi huisjes was spannend. Net zo belangrijk is het om het veel te doen om handigheid en ervaring te krijgen. Het leuke is dat je voortdurend weer iets bijleert, is het niet over glazuren, dan wel over kleisoorten, architecten, Koreaanse vazen en ovens. Zelf kijk ik ook veel naar hoe anderen het doen via YouTube bijvoorbeeld. Een atelier van een pottenbakker loop ik nooit zomaar voorbij.

Geen opmerkingen: