15 november 2010

19

NEGENTIEN graden was het gisteren hier. Dat is toch niet meer normaal midden in november dacht je dan. Zowel de buiten thermometer als die in de auto wezen tussen de 18 en 19 graden aan. De motor staat ff ingebouwd tussen de isolatie, dus de auto maar gepakt en een nieuw ding met de navigator gedaan. Probeer nou eens op kompas te rijden dacht ik en besloot zo goed mogelijk richting zuid te gaan.
Begint de route achterlangs de kerk van MSP richting Melincourt. Dat smalle weggetje, perfect ook voor hardlopers, is altijd de moeite waard. Kijk nou es! In de verte zie ik drie herten als een speer over de akkers heen komen. Je ziet gewoon dat ze inschatten: zijn wij sneller over de weg of die auto die eraan komt. Na een fraktie van een aarzeling zie je ze de spurt er nog eens extra inzetten. Natuurlijk geef ik ook gas, gewoon om de sport. Maar uiteraard word ik verslagen. Eigenlijk had ik een fotootje moeten nemen, maar dit racen tegen elkaar was leuker, toch?

Puur zuid aanhouden lukt over gebaande wegen niet echt, en tuurlijk moest je ff de truuk door krijgen met het aflezen en reageren op de kompasnaald op je beeldscherm. Maar na een kwartiertje bochtjes nemen en besluiten om links of rechts te gaan net naar gelang het kompas aangaf ging het prima.


Wat opvalt is dat niet zover zuidelijker dan onze stek in MSP je steeds meer landbouw en minder bosbouw ziet. Ook de huizen veranderen van karakter en stijl. En dat slechts 80 km bij ons weg. De dorpen worden groter en lijkt het wel ietsjes welvarender. Gek nooit zo over nagedacht.


In onze streek strijken veel buitenlanders zoals wij neer. Die kopen een huisje, knappen het op en gaan er al of niet permanent wonen. Zo ontstaan die spookdorpen die in de winter soms totaal verlaten lijken. Voor veel Duitsers, Nederlanders, en Zwitsers is de rijafstand en de natuur hier doorslaggevend geweest om zich hier te vestigen. Logisch, de meesten willen toch niet al te ver van hun familie gaan wonen als dat kan. Engelsen zie je toch overwegend meer in het zuiden neerstrijken, en aan de kust. Toen we in 2009 door de conseil general uitgenodigd werden voor een pep-talk op initiatief van de toeristenraad bleek ik de enige buutenlaander te zijn die in 2008/9 een gite opende in de Haute Saône. De  concurrentie zat bijna zonder uitzondering in het zuidelijk deel van de Haute Saône, bleek ook weer. Dan vraag je je af of we hier wel goed zitten. En dat denk ik dan wel. Onze gasten komen voor de rust, wandelen, de bossen en een beetje rondknarren door de authentieke dorpen. Veel bezienswaardigheden heb je hier niet in de directe omgeving. Wel veel te doen, maar als je hier een week gewoon aan de rand van het zwembad wilt zitten, boekjes wil lezen, kleppen, gaat ook prima dan.
Uit de twee jaar dat we hier bezig zijn blijkt dat onze gasten dat ook zoeken. De rust en het onspannende van de omgeving. Geen Costa del Sol, Algarve of Mikonos dus.

Afijn zuidwaarts. Dan rijd je bijna onvermijdelijk tegen de Saône aan, volg je een stuk van de route Rives de Saône, vind je eindelijk die lange vaartunnel waar iedereen het over heeft.


Schijn je toch maar even bijna 700 meter door een smalle geul 50 km af te kunnen snijden van de vaarweg over de Saône! De tunnel zelf is misschien een 200 meter lang. Toch wel gaaf dat je zo onder een bergje door kunt varen. Op dit moment wordt de sluis gerenoveerd. En zo te zien is men daar al een behoorlijk tijdje mee bezig. Het tempo kennende waarmee dit soort werkzaamheden hier gaat zal dat nog wel een jaar of zo het geval zijn.



Bij Pont au Bois, een kilometer of 6 hiervandaan, zijn ze ook al meer dan een half jaar bezig een eenvoudige houten brug te maken over het canal de l'est.



Heeft me altijd wel getrokken water, rivieren in het bijzonder en zo. Misschien ons volgende huis in de buurt van water...

Dan kom je voorbij een enorm, maar dan ook een enorm klooster. Ligt een kilometer of drie voorbij Neuvelle lès la Charité op de D3. Althans, klooster, dat was het vroeger. Volgens de informatie op het net is dat verhaal al een paar keer gesloopt, met de grond gelijk gemaakt verkocht, verhernieuwbouwd et cetera. Het heet officieel Site ancien Abbay de la Charité. Klooster van liefdadigheid. Het is nu weer zo goed als gerestaureerd, is een nationaal monument geworden.

Als je dat gigantische komplex overziet dan ontkom je er niet aan om te denken dat de liefdadigheid voornamelijk de zakken van de monniken heeft gevuld. Maar indrukwekkend is het verhaal wel. En zo'n opritje is ook niet onaardig.

Sta je wel bij te koekeloeren, ontdek je een totaal vervallen wasplaats. Dat het complex in prive handen is en niet toegankelijk voor publiek, alle hekken zitten potdicht. Hier moet erg veel geld in gestopt zijn om het zover te krijgen. Zo aan de buitenkant te zien gebeurd het degelijk. Moet iemand zijn met veel geduld en tijd. Dat kunnen die fransjes dan weer wel: restaureren.

Dan houd ik de zondagmiddag tocht wel voor gezien en kies op de navigator de kortste weg terug.
Geeft altijd een verrassing, kortste weg terug. Dit keer viel het een beetje tegen, geen spectaculaire weggetjes, dorpjes of vergezichten. De weg naar Vesoul wordt snel gevonden en voorbij Vesoul is het niet zo spannend meer. De temperatuur is nog steeds 18.5 graden.



Bij thuiskomst zet ik alles tegen elkaar open en waait er een zwoele herfstwind door het huis.

Geen opmerkingen: