Van tijd tot tijd check ik de blog van Frans
- prachtige foto`s en verhaaltjes. Zie ik een link staan die mij weer veel weetjes biedt over het dorp waar Le Mouton Qui Rit is gevestigd.
Kijk HIER
maar eens. Blijken de inwoners van Mailleroncourt-Saint-Pancras op de
onderste plaats van het lijstje te staan met hun inkomen. Verklaart
natuurlijk een hoop waarom we een straat hebben die in de volksmond
Kosovo gedoopt is. Het verklaart ook waarom er in vergelijking met de omliggende dorpen, veel ruïnes in de dorpskern staan. Nu gaan er geruchten dat de gemeente eindelijk besloten heeft die krotten na meer dan 15 jaar plat te laten gooien. Maar goed, er moest natuurlijk eerst een kerk voor 1.000.000 euries verbouwd worden. Restauratie kun je het moeilijk noemen als je de hoopjes meel van de houtworm op de eiken kerkbanken ziet liggen, of de vochtplekken in de muren. Nou ja, riolering is er ook nog niet in het hele dorp. Een kerk is natuurlijk veel belangrijker. Ook al wordt er maar eens in de zes weken een dienst gehouden, een of twee keer per jaar
een voorstelling van een niet om aan te horen band of hun uiterste best
doend plattelandskoor. Maar aan die ruïnes kan niets gedaan worden,
daar is dan weer geen geld voor hè. Logisch toch? Kwestie van
prioriteiten, waar heb ik het met mijn grote mond dan ook over.
Als
de burgemeester zich een beetje klagend afvraagd waarom het dorp zo
achteruit holt, -93 op de nationale ranglijst , kan ik niets anders doen
dan achter mijn hand een beetje sneerend lachen. Moet je natuurlijk
niet al te opvallend doen, je bent per slot van rekening te gast in dit
land, en dien je de beleefdheid altijd in acht te nemen. Een
burgemeester in zijn gezicht uitlachen betekent zonder meer je sociale
doodvonnis hier. Dat laat je daarom wel uit je hoofd. Dat er toch iets
doorsijpelde kwam een beetje door mijn onhandigheid. En prompt werd een
stortvloed van verklaringen over mijn hoofd uitgestort waarom het
allemaal niet kon zoals het gemoeten had. Ja, je kunt dat recht praten
wat krom is gerust aan onze bourmaitre overlaten. Dat deze
vriendelijke man, naar mijn idee, niet helemaal van deze wereld is zal
wel aan zijn politieke signatuur liggen.
Aankomende zaterdag is de door iedereen gevreesde nieuwjaarsreceptie
weer. De burgemeester gaat dan zijn nieuwjaarstoespraak houden.
Letterlijk een soort verlenging van diens kersttoespraak, door sommigen
al als een draak van een voordracht geclassificeerd, maar het is
goedbedoeld. De goegemeente krijgt dan opnieuw een slideshow voorgeschoteld waarop ieder mensje dat te zien is benoemd wordt. Ook al staan er 20 poppetjes op. Bij Bachus, de beste man heeft een retoriek als een straatwerker met het uithoudingsvermogen van Fidel Castro. Wat kan die ouwehoeren. Vorig jaar had ik om die reden overgeslagen. Deze keer zal ik maar weer een zere kont gaan halen op het keiharde houten stoeltje. Je gezicht laten zien is nogal belangrijk in een gemeenschap van 214 zielen. Maar verder is de burgervader een zeer aimabele man, altijd de tijd
voor je en erg behulpzaam.
Dat elke ziel telt blijkt dan weer uit het verheugende feit van een
nieuw geborene. Blijkens een papiertje op alle officiële
aankondigingspalen in het dorp wordt de nieuwe wereldburger van harte
welkom geheten op deze aardkloot. Vroeg ik me bij het lezen ervan zomaar af: wat voor toekomst heeft deze jongen nu in een van de
armste dorpen van Frankrijk. Arme kleine, je zult het zwaar krijgen.
Kansloos? Dat hoeft zo net nog niet, maar het zal wel moeilijker gaan
dan in een grote stad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten