Afijn, ik kon het nieuwe werk wel droog zitten kijken, dat hielp natuurlijk erg weinig, zoiets vergt nu eenmaal tijd. Met het bakken heb ik daarom tot het uiterste gewacht, in de hoop dat het verse werk toch nog droog genoeg zou zijn om biscuit te kunnen bakken. Dat was het niet.
Donderdagavond al het werk wat wel "bone dry" was in de oven gezet inclusief wat ik aan huisjes had staan. Uiteraard prop je de oven tot de nok toe vol, een extra ring er boven op = meer volume. Je kunt altijd meer objecten biscuit bakken dan bij glazuurbranden, omdat je voor het bisquit alles gewoon in en op elkaar kunt stapelen. Bij het bakken van geglazuurd werk mag niets elkaar raken, anders bakt het aan elkaar vast.
Vrijdag morgen kwam de zooi uit de oven. Niets geknald of stukjes eraf gesprongen. Da's mooi. Dan een keuze maken wat nu te glazuren. De rest volgt dan wel in een rustiger periode. De huisjes 10, 12 en 15 besluit ik in de glazuur te zetten. Huisje 14 is in de strijd gesneuveld, van de plank gevallen ;=(( daar moet maar een nieuwe voor komen. Nummer 13 staat nog in de stijgers.
Ik kies mooie felle kleurtjes voor het glazuren die goed bij de witbakkende klei passen. Voor de daken of schoorstenen had ik wat "goudkleurig" glazuur gekocht om uit te proberen. Dat was meer diep donker bruin met een soort parelmoer glans erover. Dat gaf althans de vorige bakproef als resultaat. Dit keer gebruik ik het om accenten te zetten. Die zalmkleurige kwastglazuur uit de USA moest ik er maar eens twee maal opsmeren. Met de nieuwe flitspuit het transparant glanzend glazuur op het werk gespoten, gelukkig stoof het niet alle kanten op, veel beter zo dus. Oké je krijgt een beetje een lamme arm, van dat pompen, maar na het bakken bleek het een prima resultaat opgeleverd te hebben.
Bij het inpakken van de oven bleek een van de huisjes eigenlijk veel te hoog ten opzichte van de anderen, behoorlijk onvoordelig pakken dus. Jammer, maar die huisjes moesten perse mee naar de kunstmarkt. Wat kleinere dingen erbij, was er toch nog een plekje over om een andere bakproef mee te nemen. Hop, programma 1050 op de automaat ingesteld, druk op de knop en tot morgen. Wat een gemak zo'n automaat. Doodmoe viel ik als een blok in slaap. Toch, op de een of andere manier blijft het in je onderbewustzijn werken. Om 2 uur in de nacht wordt je wakker, ff controleren. Ha! Al dik over de 850 graden, dat ging prima. Die automaat heeft zich echt wel bewezen hoor, maar toch.
Zaterdag morgen na 8-ten was de oven toch nog 350 graden! De klep zette ik daarom maar op een kiertje. Om half tien was de oven voldoende afgekoeld om zonder risico open te kunnen gooien. WOW het tot op het zwarte af, "goud-effect" op de schoorsteentjes en daken van de huisjes was geweldig geworden. Geel was mooi fel en blauw was diepblauw. Dat zalmroze moet ik maar niet meer gebruiken, ook al dekte het prima. Het liep niet over alles heen en het bleef me toch een beetje te flets. Gelukkig had ik het zeer conservatief gebruikt.
huisjes 10, 12 (verdamper voor geur olie), 15 |
Terwijl het spul verder afkoelde de auto ingepakt, BP was uiteraard niet op komen draven. Als laatste gingen de nog handwarme huisjes in een aparte doos mee. Hoe bestaat het, keurig volgens schema. Aangekomen in de salle polyvalente was er verdikkeme toch geen tafel voor me. Wel twee houten platen. "Maar u gaat toch draaien", klonk het, "dan heeft u toch geen tafel nodig?" Aan de organisator legde ik uit dat de draaitafel te zwaar was voor mij alleen om de trap af te sjouwen en ik daarom geen draai demo kon geven. Om toch iets uit de praktijk van een veredelde hobbyist te laten zien, zou ik deze dagen boetseren laten zien. Modellage ofwel handvormen noemen ze dat. Binnen no time was een tafel geregeld en kon ik wat demo dingen op tafel zetten. De huisjes kregen een prominente plek. Ik ging aan het werk. Pak klei op tafel gelegd, daar wat plakken van gerold om alvast een beetje op te stijven (drogen). Dan verder met de huisjes in wording. Omdat huisje nummer 16 half af was, werd die omgedoopt tot huisje nummer 14 en werd er een nieuw nummer 16 opgezet. Ondertussen beantwoord ik vragen, praat met de mensen, lurk aan de koffie. Af en toe kijk ik naar wat andere kunstenmakers hebben gemaakt - niet veel anders dan vorig jaar. Hé eentje met oeroud mechanisch speelgoed. Leuk.
huisje #15, let op de reflectie van het licht op het dak |
Af en toe kan ik een poosje geconcentreerd zitten werken. Vandaag is nummer 16 bijna klaar gekomen. Soort hutje, stijl Afrika, zei iemand. Nou ja, het veredelde snij- en vervorm werk moest nog gebeuren. Daarna zou het echt niet meer op een hutje uit de Afrikaanse woestijn lijken. De vannacht gebrande huisjes bleken een geweldig gespreksonderwerp te zijn. Veel gepraat met mensen over hoe die gemaakt werden, hoe lang je er mee bezig bent, en waar ik de klei vandaan haalde. En altijd: "hé u heeft een accent, waar komt u vandaan"? Dat mag je wel zeggen ja, dat ik een accent heb, dat ben je na slechts 5 jaar LDf écht niet kwijt. Blijkbaar vinden fransjes dat interessant, en nog geen lichtseconde later beginnen ze je vriendelijker wijze te verbeteren. Prettig vind ik dat, want daar leer je veel van. De tuthola, pardon burgemeester, van Ailleviller kon alleen maar een opmerking maken over een paar kruimels van de klei die op de grond waren gevallen. Ordinair type vind ik dat. En maar schreeuwen naar iedereen, luidkeels lachend om niets en iedereen maar aaien en kussen. Getver. Maar goed, ze is nu al voor de tweede keer gekozen vertelde men mij, dus blijkbaar bevalt het.
Voor de lunch voor het eerst een pintade (parelhoen) gegeten. Smaakt precies als kip. Daar mis je ook niets aan. De flessen wijn werden door de verschillende kunstenaars vlot geleegd, en de stemming steeg hoorbaar. Zo, die kunnen lullen zeg. Een verhaal over het weer van de laatste week werd dan ook breed uitgemeten. Van alles werd er natuurlijk bij gehaald, en heel veel niet ter zake doende bladiebla. Een genot om naar te luisteren. Converseren is dus toch nog een kunst, ook op het platteland. Zwammen over het weer kun je met gemak aan de fransjes over laten.
Zit je lekker te boetseren, hoor je voortdurend iemand heen en weer lopen. Klak, klak, beng, tak. Af en toe kijk je toch op. En zie je een dame met brede hakken die een behoorlijk kabaal maken voortdurend heen en weer lopen. Ze heeft dan weer een papiertje, dan een lepeltje, of iets te eten in haar handen. Met jan en alleman maakt ze een praatje. Dat lepeltje komt dus pas na tien minuten op bestemming. Wat een feest. Eigenlijk kan ik mijn ogen niet afhouden van dat mens. Ze fladdert van de ene naar de ander, praatje hier, kwekje daar. Wat een tafereel.
Dan hoor ik ineens iemand in de handen klappen. Verrek onze burgemeester. Die kwam glunderend op me af. Geweldig dat ik dat deed. Iemand uit zijn dorp die hier acte de présence gaf. Hij glom helemaal van trots, nou ja zeg! Maar om nu in je handen te gaan klappen omdat ik zei de gek gewoon mijn business aan het promoten ben, dat is toch wel een beetje overdreven. Heb ik toch maar weer een paar kudo's mee verdiend, denk ik dan maar weer.
Even later komt de organisator aan mijn tafeltje een verhaal houden over zijn houtdraai kunsten. Het ging er eigenlijk om dat het best wel een paar jaar duurt voordat je iets als draaien in je vingers krijgt. In het begin bakte hij er niets van, maar nu kent hij alle kunstjes van krullen maken, sier-ringetjes en wat al niet. Kent alle hout soorten, dat je het hout niet te droog en niet te nat moet draaien.. Afijn, een prachtig verhaal. Weer wat meer Frans geleerd.
Dan komt de man van de burgemeester van St-Loup kwekken, de burgemeester zelf is in conclaaf met andere hoogwaardigheidsbekleders. Wat een woord: hoogwaardigheidsbekleders. Nou ja, die had weer een of ander vaag verhaal over dat ie met pensioen was gegaan en eigenlijk niet wist wat ie aan wilde pakken. "Nou", merkte ik op, "met pensioen gaan is dé gelegenheid iets nieuws te gaan leren. Wat dan ook." Keek ie me een beetje verbaasd aan. Daarna kregen we het over klei. en dat je dat toch gewoon uit de weide kon scheppen. Daar kon ik hem iets over mijn ervaring met het maken van klei vertellen. Bij wijze van proef had ik dat al wel eens gedaan, vette klei gewoon uit de wei opgegraven. Niet erg plastisch, en het vergde erg veel werk om er verwerkbare klei van te maken. Ik was tot de conclusie gekomen dat je net zo goed een pak klei kon kopen bij de klei handel. Dan wist je in ieder geval wat het deed v.w.b. baktemperatuur, plasticiteit, en eind kleur. "Maar daarmee miste ik de pointe een beetje", merkte hij op, "zelf klei maken is een ambacht. Zoiets moet je leren", klonk het. Dat stemde me tot nadenken.
Zondag
De tweede marktdag was een stuk drukker. Veel small talk met mensen. Iedereen vond de huisjes heel erg leuk, maar niemand die de knip trok om er een te kopen. Ondertussen bleef ik lekker door prutsen aan #14. Daarbij kwam ik op het idee om de nummers voortaan maar aan de buitenkant te boetseren. Staat nog leuk ook.
huisje #14 |
huisje #14 |
De organisatie zat toch weer beter dan vorig jaar in elkaar. Ze hadden zowaar een goochelaar uitgenodigd om een kwartiertje met een touwtje te stoeien. Ach, de bedoeling is goed. Voor de kunstenaars was er dit keer wel van alles te happen. Lekkere choco cake! Chocolade baksels gaan er altijd wel in.
Plotseling hoorde ik mijn buurvrouw opgeven over haar talen kennis tegen iemand. Er kwam zowaar wat Engels uit, maar om dat nu onvervalst een of ander accent te noemen ging me een beetje te ver.
Toen het weer tijd was om de beentjes te strekken knoopte ik nonchalant een gesprekje met haar aan. Buiten dat ze Engels kende sprak ze ook nog Duits, volgens haar zeggen. Uit beleefdheid heb ik dat maar niet getest ;=) Haar met haar talenknobbel complimenterend, dat het wel erg zeldzaam was dat fransjes twee vreemde talen spraken, ging ze los.
Dat de fransjes nogal verwaand waren, achter liepen op de rest van de wereld, zichzelf in een isolement manoeuvreerden door geen woord over de grens te spreken, alles zelf wilden uitvinden (not invented here), daar zakte mijn onderkaak tot op mijn sleutelbeen van open. "Maar u bent toch zelf Française?", opperde ik nog. "Ja maar ze zijn gewoon achterlijk bezig", kwam haar repliek. "Toen het internet al volop aan de gang was hielden ze toch vast aan hun MiniTel, dat zette ze in de wereld een stuk terug".
En zo ging het nog een paar minuten door.
"Overigens, Minitel is pas onlangs uitgezet", merkte ik nog fijntjes op. Beetje jennen mag toch wel. In haar ogen waren de fransjes achterlijk bezig en was het geen wonder dat ze in de achterste gelederen terecht waren gekomen. Tsjonge, een fransje die afgeeft op haar eigen volk. Dat ik dat nog mag meemaken! Zelfs hun eten werd van steeds mindere kwaliteit. Ze vond dat in België en Duitsland al veel beter gegeten kon worden. Ik ging er maar niet tegen in. Vanuit de EU worden allerlei dingen voorgeschreven waardoor producenten het eten met allerlei andere spullen mogen volproppen, behalve het bedoelde. Als er maar 1% vruchten inzit mag het al vruchtenyoghurt heten, ik bedoel maar. In suiker zit zelfs een bepaald percentage meel, het mag, dus doen ze het. Een fransje zal geen kans ongemoeid laten er een centime meer aan te verdienen. In gehakt zit echt niet alleen maar vlees en vet van rund of varken. Zo hé, heftig voor een fransje. Daar lieten we het maar bij.
Na mijn rondje ging ik weer verder boetseren. Lunchtijd, of we het maar wilden komen ophalen bj de omroepert! Plat charcuterie (vleeswaren), verschrikkelijk. Sma-ke-loos, ik moest mijn buurvrouw dit keer helaas gelijk geven. Wel apart om tonijn met rijst te mengen als salade, daar kan ik wat mee. Het brood plakte aan je vingers vast en smaakte ook naar stopverf. Voor na gerecht, een of ander kuipje met vloeibare kaas, Cancoillotte noemen ze dat. Zo mogelijk nog smeriger dan smeerkaas, ja, die La Vache Qui Rit dus. Afijn, voor 7 euries voelde ik me nogal bekocht. Dat was gisteren toch veel beter.
Even naar buiten, woah! De zon knetterde je ogen in, lekker warm, toch nog een frissig windje. En jawel, voor deze keer kwam het weerbericht eens een keertje uit: 25ºC. Zou die kou dan toch eindelijk voorbij zijn? Even weg van het kabaal in de hal, muziekje in de auto opgezet, even de oogjes dicht. Dan weer aan het werk. Nog even met een figuurzager staan praten, mensen te woord gestaan, promo gemaakt voor mijn idee van kleien voor kinderen op woensdagmiddagen en school vakanties. Volgens mij is daar best wel behoefte aan om voor kinderen in onze streek iets te doen te vinden. Het idee viel goed. Ben benieuwd of de mensen gaan mailen.
Afijn, tegen zessen de handel maar ingepakt. Heel voorzichtig het verse spul in een krat gezet. Naar huis. Een succesvolle markt? Niets verkocht immers. Ik zie het maar als een reclame moment. Als mensen al zochten naar een B&B, dan weten ze het nu te vinden.
Dus ja, twee leerzame dagen geweest, veel kunnen luisteren en kletsen. Twee huisjes afgemaakt en weer wat contacten opgedaan. Zo moet je het toch maar doen.
Enne, zodra ik de kaartlezer terugvind, zet ik wat fotootjes van de huisjes op de blog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten