18 augustus 2010

BIOS 1994-2010

Vanmiddag kwamen we terug van boodschappen en zagen we Bios voor pampus op de stoep liggen. Toen we hem riepen hief ie nog wel z'n koppie op en pas nadat ie maauwde wisten we zeker dat ie het was. Dan schrik je wel, zo snel als die aftakeling gegaan is. Hij kon nauwelijks meer lopen. Verbazend dat ie met zijn bijna lamme lijf dan toch nog naar de vijver van de buren is gegaan om uit de vol met kroos gegroeide vijver te drinken. Hij dronk sowieso als een tempelier de laatste tijd, die nieren waren namelijk al een tijdje off-line aan het gaan. En dat kattebakkie stonk ook al als een open riool. De laatste paar weken ging het snel berg afwaarts met 'm. Vanochtend zagen we in dat ie de winter in geen geval zou halen. Maar ja je hoopt altijd nog op een warm lijfie boven op je buik in de winter. Al was het meer een knokenzak dan de vol kattenkwaad stekende levendige Bios.
Fannie vond vanochtend dat het maar moest gebeuren, want dit was toch geen bestaan meer. Tegen beter weten in zit je hem dan nog wat lekkers te voeren, snij je de lever extra klein, en als ie dan meer dan een minuut zit te smekken op een klein stukje vlees. Tsja dan wordt het je even te moeilijk. Toch besluit je nog ff te wachten. Maar toen we hem zo vonden op de stoep besloten we allebei dat het wel welletjes voor 'm was. Het lijfje ging gewoon niet meer. Vanavond hebben we dan ook bij de dierenarts gebracht. Na een paar spuitjes kon ie de grote overtocht gaan maken.
En deze grote jongen zat dan toch wel ff te grienen. Fannie hield zich moedig, tuurlijk ook een bak water. Moest ik wel af en toe stoppen omdat de tranen me de ogen afdekten. Afijn iets eerder dan verwacht ligt Bios nu in de tuin waar we later een mini stupa gaan zetten. Net alsof je een lid van je familie verliest. Of zijn we dan te sentimenteel?

ELEGIE op BIOS
Toen we pas ons huis hadden in Maurik werd Bios als snel opgenomen. De enige eis die er stond was dat ie helemaal zwart moest zijn, geen vlekkies of strepen. Afijn na een korte speurtocht bingo. Na de nodige prikken, kwam ie, niet groter dan mijn hand in huis. In de eerste paar jaar werkte ik veel thuis, en Bios had altijd de gewoonte om in mijn nek te gaan liggen as ik aan het programmeren was. Dat soort kontakt is nooit meer anders geworden, en werd ie een echte mensen kat.
Hij was geloof ik twee jaar, we zaten te pimpelen op het platje achter het huis. En Bios was als gewoonlijk weer overal in en op aan het klimmen in de garage. In dat soort huizen staan nooit auto's in de garage maar wordt gebruikt voor opslag en als rommelhok. Erg interessant dus voor 'm. Het ongeluk wilde dat net toen hij door de tuindeur naar buiten kwam de wind bedacht de deur dicht te knallen terwijl het topje van zijn staart er nog tussen zat. Een rauwe gil, en de rest van zijn leven wandelde Bios met een knik in zijn staart rond.

Een keer is ie uit het raam geflikkert toen we stonden te schilderen. Liep ie vrolijk weer door. Taai beest. Klimmen was ie ook goed in. In Sloten stond ie ineens in de vensterbank op de eerste verdieping, was ie net twee dagen aanwezig. 
Op een van onze vakanties in zijn eerste jaren werd ie verzorgd door de buren. Er moet toen iets gebeurd zijn want daarna was ie voor alles bang en schrok van alle geluiden of onverwachte dingen. En ik maar roepen dat ie zelfs voor zijn eigen schaduw nog bang was. Neurotisch bijna dat bangige.

Het liefst lag ie boven op mijn buik te knorren als ik naar de tv lag te loeren, zat te lezen of naar muziek lag te luisteren. Fannie gaf hem les in hoe ie zich moest gedragen tegenover Floppy en na een mep met de krant had ie ook dat begrepen. Floppy immiteerde Bios' gemauw perfect en kon ook haarfijn Bios roepen zoals Fannie dat deed. En daar tuinde hij nogal eens in, kwam parmantig aanlopen om dan te ontdekken dat ie weer eens in de maling was genomen.
Dat ie niet over mijn toetsenbord moest lopen had ie na een veeg van het buro af ook snel door. Toen ie groter werd paste hij ook niet meer op de ouderwetse buizen monitor, dat leerde ie pas na een tiental keren eraf gekiekert te zijn. Met die kat kon je echt alles doen, opvouwen, in de prullenbak ronddraaien, salto's laten maken en gekke kapriolen in de lucht. Aan zijn staart optrekken of gewoon aan zijn kop, deed ie ook niet veel op uit. Zijn nagels uitslaan tijdens het vechten leerde ie ook redelijk snel af, want knokken kon ie. Gaf ie een keiharde klap en spurtte dan weg, keek je schuin aan uit de verte om in te schatten wat het risico was als ie terug kwam. Hij wist ook haarfijn of je aan het werk was, of maar gewoon aan het freewheelen op je computer. Was dat laatste het geval dan moest ie onmiddellijk alle aandacht hebben. Raar beest was het eigenlijk.
Het mooiste spelletje vond ie over de gladde trap naar beneden te  tuimelen. Kwam ie telkens weer naar boven om meer. En wat de baas at smaakte hem ook. Kwark met veel jammie er in? Lekker baassie! Kaas, ham, alle soorten vlees, zoetigheid, en alles wat een kat sowieso al lust. Het kon gewoon niet op. Je hoefde maar op de snijplank te kloppen en trip trip trip kwam ie aan zetten. Want dat betekende namelijk ook jammie voor hem.

Gek genoeg luisterde hij ook naar zijn naam, dat vond ik zelf prachtig want daarmee kon je hem mooi naar binnen roepen. Kwam ie niet aanzetten dan was het al snel: "tot morgen". Later las ik ergens dat het areaal van een kat wel eens 500 hectaren of meer kan zijn. In een stad kan ik me dat niet voorstellen, maar hier in MSP was ie behoorlijk aan het struinen in het land.

Hij ging ook overal mee naar toe als er weer eens een nieuw adres was: Sloten, Maurik, Mailleroncourt... Aan reizen raakte ie gewend en kon je hem aan het eindpunt de auto uitlaten zonder problemen.
Toen we het huis in MSP kregen besloten we dat ie naar Frankrijk mee zou verhuizen. Na een dag kwam ie naar buiten en vond zijn weg weer terug. Wat een avontuur, zoveel muizen en vogeltjes. De laatsten ving ie pas als ze van de hitte bijna van het dak afvielen, maar ja hij was sowieso niet al te kieskeurig.

De laatste twee winters hebben we dan ook samen de kou getrotseerd in la douce France, de zomers op apegapen gelegen en samen gezien dat er nieuwe lammeren werden geboren. Hij sliep ook vaak op de hooizolder, ook in de winter. Altijd liep ie achter je aan door het huis heen, bestudeerde alles wat je deed en kroop als een echte kat overal in en op. Wist wel precies dat ie niet op de gasten kamers mocht komen. En je hoefde maar een tss tss geluid te maken en hij wist dat wat ie dan aan het uitvreten was niet mocht. Hij leerde snel vond ik. Nu hebben we in MSP geen klein huis maar binnen een paar dagen kende ie alle sluipwegen en kwam altijd weer binnen.

CHIPPIE
Natuurlijk zagen we al wel aankomen dat Bios het niet lang meer zou maken, en Fannie vond het dan ook tijd om de opvolger voor Bios te vinden. Zo gezegd zo gedaan. Uit het asiel werd Chippie gehaald. Ook zwart. Niet zo pikzwart en niet van die gouden ogen als Bios maar we kunnen het er goed mee doen. Natuurlijk ga je al snel de overeenkomsten zoeken met Bios' zijn jonge jaren. Het is alsof je de eigenschappen van Bios op die kat projecteert maar dezelfde streken als Bios vertoond ie. Dus dat gaat goed komen.

Dit is Bios een paar uur voordat ie de grote veerman om de overtocht naar Hades is gaan vragen. Welkom Chippie, adieu Bios.

Geen opmerkingen: