21 februari 2010

Teletype

Vanmiddag ben ik via de telefoon door een amerikaanse journaliste geïnterviewed over iets uit mijn IT verleden. Een paar vragen had ik al via de mail beantwoord en blijkbaar beviel dat. Uiteindelijk spitste het gesprek zich toe op een monster van een ding als teletype (ongeveer 60 cm breed en een kilo of 20 zwaar) zie plaatje hieronder.
Tijdens mijn voorbereiding voor het beantwoorden van de vragen vond ik iets terug op het net. Een verhaaltje over mijn eerste stappen op het IT gebied. Wat toen nog met een duur woord als informatica werd geduid. Een teletype was in die dagen zo'n beetje het enige apparaat waarmee je met een computer contact kon krijgen op afstand. Dat verhaaltje wil ik jullie niet onthouden.

TSR33

Toen het op afstuderen aankwam kreeg de schoolleiding de idee INFORMATICA te willen gaan doceren, in het laatste jaar dan. Dat was natuurlijk een "foutje bedankt!" lieve mensen. Tachtig procent van onze klas was acuut verslaafd aan dit voor Nederlandse hogescholen met mysteries omhulde fenomeen. Iets waarover je zelfs je wiskunde docent niet hoorde praten omdat het voor hem ook "allemaal nieuw" was. Weer zoiets wat ik in de latere jaren niet anders meer heb horen zeggen door docenten; wat een pech eigenlijk dat soort leraren gehad te hebben. Je telkens maar net voor blijvend door een paar bladzijden vooruit te lezen. Maar dat is een heel ander verhaal. Voor ons bestond de computer, een woord dat steeds met ontzag werd uitgesproken, uit een teletype terminal SR33 (zie plaatje) waarin een soort breed uitgevallen WC rol zat en een of ander mechanisme dat voortdurend 2,5 cm brede gele papieren bandjes van gaatjes voorzag. Later leerden we dat we dat ponsbanden moesten noemen en dat we het maken ervan ook uit konden zetten door ergens een schakelaar om te zetten, Op die breed uitgevallen WC rol werd alles opgetekend wat je intikte en terug kwam als "antwoord" van de computer.
Tak, tak tak, taddahtak, tahtahtahtahtahtah tahtah tahtahtahtah tah! lawaaide het dan. In die betegelde kelder echoode dat lekker als alle drie de terminals aan het ratelen waren. Toen moest de muzieksoort Metallic uitgevonden zijn. Wat een klere herrie! Wisten wij veel dat die terminal niet de computer was en dat wat we later als computer leerden onderscheiden ergens in Wageningen stond. Wageningen was zo ver weg in die tijd. Een computer met de naam DEC 10 zei ons totaal niets. Het kon net zo goed een blikje cola zijn.
En ach wat waren we blij met dit nieuwe speelgoed! Ons tegoed aan, voor een heel semester bedoelde, computertijd was natuurlijk binnen 2 maanden op. Paniek bij de schoolleiding uitte zich in: hoe moest dit nu. En dan die telefoon kosten, die liepen natuurlijk ook behoorlijk uit de klauw. Wisten die gasten veel dat je om een computer te bereiken ook nog moest inbellen. Maar laat ik eerlijk zijn. Elk denkbaar budget was natuurlijk veel te laag voor een stel jonge ratten die een nieuwe wereld hadden ontdekt.
Je ontdekte in dit wonderlijke wereldje dat je zomaar een machine opdracht kon geven eindeloos onzinnige dingen te laten doen. Sommetjes maken door telkens de wortel te laten trekken van alle getallen van 1 tot een miljoen (dat was al heel wat) die bij elkaar op te laten tellen en telkens de logaritme van het tussen resultaat te laten berekenen. Hoogst interessant uitziende tabellen genereerde je daarmee. En had het zin? Wie vroeg zich dat nou af, behalve de leraar dan. Of gewoon een plus een plus een plus … laten doen totdat de machine of uit zijn geheugen liep of met een fout melding kwam. Je moest dan vaak weer opnieuw inloggen:
PLEASE LOGIN OR ATTACH
En dan na het gebruikelijke geratel van hoeveel geheugen je had gekregen (4KB!) hoe laat je inlogde kwam er netjes te staan:
READY, FOR HELP TYPE HELP




Want het verschil in kleine en grote letters bestond niet en we mochten toen alleen iets in BASIC experimenteren. En ja hoor we hadden een heus, in alle haast in elkaar geflanst, dictaat met echte opgaven. Jawel! Wij beschouwden dat meer als een manier om onze ongebreidelde honger en nieuwsgierigheid te beteugelen dan om iets als gestructureerd informatica onderricht te geven. Want meer dan: bewijs de ABC formule of bereken de inhoud van een bol was het eigenlijk niet. Al rap maakten de slimsten onder ons spelletjes als de torens van Hanoi, boter kaas en eieren en ga zo maar door




Ik zelf was meer bezig de code zo mooi en efficiënt mogelijk te maken en gaf weinig om het resultaat. Uren kon ik in de avond in mijn bed nog liggen krassen en gummen in de BASIC brei om nog compactere code te fabriceren. Wist ik veel wat spaghetti code was en dat je met je compacte code het leven van de leraar tot een ware hel maakte. Want pas als je code klopte mocht je het intikken op de terminal. Off-line wel te verstaan, je zette het ponsband ding aan en liet deze met je tikwerk meelopen. Natuurlijk duurde dat uren voordat je na enkele keren opnieuw begonnen te zijn een foutloos bandje had.

Later bedachten we hoe we de tape konden corrigeren zonder alles over te hoeven tikken. We hackten dan het account van de leraar, vraag me niet hoe, en lieten de computer de fouten opsporen. Met veel gedoe door LIST 100-200 in te tikken kreeg je dan een tape tot aan de foute regel, tikte de juiste code voor regel 210 in, en weer LIST 220-300, je moest dan niet vergeten het bandje uit te zetten en weer aan te zetten als je het commando over de lijn verstuurde. Het duurde toch minstens een seconde voordat de computer het antwoord teruggaf, tijd zat dus. Romantiek, ja echte romantiek werd geschreven in die kale betegelde kelders van de school!

In die jaren, en dan heb ik het over rond 1976 was het fenomeen computer junky volledig onbekend. Verslaving? Nou neuh. Je zat hooguit een paar uur aan je terminal gekluisterd als anderen irrigatiekunde studeerden, en Nederlands, waar was dat goed voor als je je tijd achter een terminal kon verslijten. Toch?

Een paar jaar later was ik, na lange omzwervingen, professional, of wat daar voor doorging, en klopte de door mijn werkgever gevraagde code in via een heuse video terminal (Rank Xerox 860) De verslaving kreeg me opnieuw in diens klauwen en het informatica virus heeft me daarna nooit meer losgelaten.

Toen ik ergens in 1992 bij het computermuseum betrokken raakte en een SR33 terminal te pakken kreeg was de cirkel natuurlijk rond. En nog steeds als ik de knoppen van dat apparaat aanraak doet het in mijn hoofd: tak, tak tak, taddahtak, tahtahtahtahtahtah tahtah tahtahtahtah takh!

de originele plaatjes uit het oorspronkelijke artikel zijn vervangen door iets duidelijkers...



HAHA wat voel je je dan oud ineens met al dat nieuwe snoepgoed om je heen. 

Nu hang je met je laptopje in een stoel je blog bij te werken. Het internet is altijd aan. Een brief heb ik eigenlijk sinds de begin jaren 80 niet meer met de hand geschreven.  Zelfs notities berg je digitaal op, dossiers aanleggen daar komt al jaren geen snipper papier meer bij kijken. Alleen anderen vinden het nog belangrijk dat je van hen papier ontvangt. Mensch!
Nu zijn er toetsenbord loze machientjes, er zijn er die het toetsenbord op je buroblad projecteren. Spraakgestuurd, aanraakschermen. In de 80-er jaren science fiction by Star Trek en 30 jaar later is het nieuwste gadget al weer veel kleiner, heeft ook internet en een video. Plaatje is van LG. 
Maar tegen een computer aanleuteren zoals met HAL2000 wordt uitgebeeld, dat zal dan ook nog wel 20 jaar duren. De kunstmatige intelligentie komt maar niet echt spectaculair van de grond. Of moet er eerst een fatsoenlijke quantumcomputer komen of iets wat er op lijkt voordat AI het baby dom ontgroeid. En dus eindlijk iets intelligents in handen van de consument terecht komt. 
Ik kan er eigenlijk niet op wachten, en alles lijkt in dat licht nog zo primitief.


updated 20100223

Geen opmerkingen: