29 juli 2009

Aardappeleters

Gisteravond lag ik zoals gebruikelijk in mijn favoriete zwetskletshouding met jan en alleman te bellen. Gratis over praktisch de hele wereld is dat. Dus een gesprek kan makkelijk een uurtje duren zonder dat het ook maar iemand een cent kost.
Hoor ik ineens de voordeurbel. Dacht ff daar heb ik geen zin in, maar ja het kon net zo goed een klant zijn. Dus roep ik uit het raam dat ik eraan kwam. Roept iemand naar boven: is er nog een bed. Maar dat bleek ik later verkeerd begrepen te hebben: ligt u al in bed. Dat is wat anders nietwaar?

ZWARTKOP
Afijn op mijn eerdere vraag naar nieuw bloed, van bij voorkeur een zwartkopschaap, daar kwamen ze op terug, en of ze ff naar Charley mochten kijken of dat wel wat was. Nou dat kon, en met een bakkie brokkies rammelend kwamen de dames en heren in gestrekte draf naar de stal. Grote ogen van de bezoekers, dat ging wel erg makkelijk! Ach ja training he?! zei ik een beetje opschepperig.
Nou, Charley dat was wel een groot beest, hoe oud was ie, 1,5 zei ik. Er werd even twijfelachtig gekeken. Maar achteraf weet ik waarom. Zag ook weer dat Charley weer een van zijn hoorntjes eraf gebeukt had, wat had dat beest toch. Na enig heen en weer gepraat, alweer een gratis spreekvaardigheidsles, besloten we ff te gaan kijken naar die andere ram. Dus wij klommen met zijn allen in een gammele aftandse Renault en hop naar het huis van de aanbieder van de ram met het zwarte hoofd.

TIMEWARP
Beetje gezwam onderweg over wildezwijnen, schapen en nou ja wat boeren prietpraat. Het heftige accent verstond ik niet echt prima maar na een uurtje babbelen ging het wel. De mensen deden zowaar een charmante poging hoogfrans te spreken. Zo vriendelijk.
Binnenkomend puilden mijn ogen zowat uit de kassen. Waz daat! Ik liep zo het schilderij van de Aardappeleters binnen. Maar in plaats van met een olielampje verlicht waren het hier natuurlijk neonlampen. Het gebruikelijke zijltje op de tafel en een paar drinkeboeren eromheen. De flessen bier stonden warm te worden werd er geroepen. Nou ja wat hier dan bier heet. Snel om me heen kijkend zag ik een wasgoot, waar het cement van afbrokkelde, een piepkleine bovenlader van een wasmachien met een soort aan elkaar geplakte afvoerslang die dan weer in die wasgoot terecht kwam, en een buffetkast uit de jaren 60 met dat formica eromheen. Iedereen snel maar een handje gegeven en hop naar de wei. Nog na sidderend van de scene bij binnenkomst.
Loop je eerst door een soort bijkeuken die uitkomt in een stal met van alles wat vleugels droeg, meuren! Dan kom je in zoiets wat wel een kinderboerderij heet, overal bewoog wat. Dan wij een tafel laken grote wei in, en jawel hoor een bastaard zwartkop stond een beetje zielig te doen. Mijn opmerking van wat is ie mager werd weggewuifd. Een verhaal over een oude dame die ze had gehad, ja ja net als met oude auto's, en dat ie de scharminkels maar had opgevangen. Een opgedist verhaal over de vader van het ram dat die een landskampioen was nam ik maar met een flinke snuif zout. Je kunt toch niet meteen je ongeloof uiten bij mensen die je net ontmoet hebt.
Mijn goedheid wat een dunne pootjes. Wel een heel schampere afspiegeling van de kerngezonde uit de kluiten gewassen Charley. Zelfs een beetje schurftig leek het wel, maar hij zat nu al te ruiken aan de dames, eigenlijk wel een goed teken. Wanhopig zat ik me af te vragen hoe ik me uit deze deal kon wurmen. Het piepkleine weitje zou door Charley in een mum van tijd kaalgeknaagd zijn. Dat ging niet goedkomen, nee echt niet, maalde het door mijn kop.
Nou ja alles maar een beetje op de vlakte gehouden en het moment van ruilen maar flink vooruit geschoven. Die beesten zagen er gewoon NIET goed uit. Toch maar driftig op zoek gaan naar een andere ram, want dit is niks dacht ik meteen.

Kom je terug in de huiskamer dan meurt je de dierenlucht je tegemoet, maar na 10 minuten heb je je kokhalsneigingen onderdrukt en durf je zelfs een kop thee aan te pakken. Ik kijk wat nauwkeuriger om me heen. Bekijk de mensen en de kamer. Echt een tijdsprong gemaakt denk ik dan. Hier is sinds de jaren 60 niets meer verandert. De extra stevig gebouwde dame des huizes bleef maar staan, een frappant leeftijdsverschil tussen man en vrouw hier. De andere man had met een slecht zittend gebit te kampen en zag er al behoorlijk daas uit, de woorden kwamen er een beetje sloerend over zijn lippen. Of was dat het dialekt? De zogenaamde vriendin van mijn dorpsgenoot zat evenzo ruim in het vlees, met een neongroene stretch broek en bijpassend truitje in ogenverblindende kleuren. Ook daar minstens 30 jaar verschil - wat later ook bevestigd werd. Maar of het nu een droomvriendinnetje was of niet, dat werd niet erg helder. Er werd in ieder geval veelvuldig over opgeschept door de ouwe knar: "kijk da's mijn vriendinnetje". Maar dan toch ook weer niet echt hardop. Prachtig die verweerde koppen van die mannen, een bonte verzameling karakteristieke mensen die zo in een Fellini film kunnen figureren. De extra stevige dame begon na een minuut of tien op haar voeten te wiebelen, bekend verschijnsel van zere voeten, maar blijkbaar was er geen extra stoel meer.

En dan komen de sterke verhalen los. Over hoe de EU het betaalbare leven onmogelijk maakt, de regelzucht dat die echt absurdistisch was geworden, en politici die hun zakken vulden, en dat we allemaal racisten zijn. BAM effe een nieuw onderwerp, zomaar, pats op tafel. Gnuivend van plezier zei de oude knakker: "ik ben racist". En dat is natuurlijk koren op mijn molentje. Deze spraakles kon-niet-meer-kapot! Terstond komen allerlei aanduidingen voor vreemdelingen op tafel. Nederlanders worden of werden toutjaune genoemd: naar hun gele nummerborden. En de rest van de wereldbevolking kreeg zo, los uit de mouw, ook een veeg. En weer een nieuw scheldwoord geleerd: bougnoul (spr. boenjoel), waar we uiteraard diep op ingingen. Maar met Bougnoul duiden ze iemand aan op een nogal heftig negatieve manier, en het zegt zoiets als aardsluie Arabier, lutser in goed Nederlands. Volgens hen was het iets heel ergs, nog erger dan "residue de fause couche" - overblijfsel van een mislukte nageboorte. Dat niemand precies wist hoe je Bougnoul moest schrijven, ach...
Volgens Wikipedia is het een scheldwoord voor mensen uit Senegal, maar dat mag de pret ook niet meer drukken. Immers een waardevolle taalles moet je niet zomaar afslaan, toch? Vooral als je daarmee de plattelanders weer beter leert kennen. Ja, het laagje beschaving is flinterdun. Hoezo "la culture francaise" mon cul! Ah een nieuwe taal opent weer een totaal nieuwe wereld.

Na een halfuurtje kletsen hield mijn neus het niet meer vol, en de wiebelende vrouw ziende dacht ik dat het maar handiger was te verdwijnen. Dus hop, weer in die gammele bak en ik werd netjes thuis afgezet.

Nu weet ik nog niet hoe mijn dorpsgenoot heet maar hij zou morgen met gif voor de brandnetels komen. Zwaar verboten, ook weer door die EU, maar het werkt wel werd er grimassend bij gezegd, en het is kontakt gif dus de opname in de grond viel erg mee. Hmm! Bedenkingen. Nou ja oppassen maar, van gif ben ik niet zo gediend, maar die brandnetels zijn een pestilence hiero.

En nu tijdens het opschrijven van dit verhaaltje zit ik nog na te genieten van het avontuur gisteren. Een visuele explosie op mijn netvlies, het had niet mooier kunnen zijn.

Geen opmerkingen: