31 december 2013

Beeldhouwertje

Wie zegt: "Alles is voor verbetering vatbaar maar het hoeft niet direct perfect te zijn", is in mijn ogen pragmatisch bezig. Zo vertel ik te pas en te onpas de parabel over perfectie dat gaat over het beeld van een beeldhouwer en een Chinese keizer.
In een ver ver verleden in het Centrale Rijk was er eens een machtige keizer. Deze regeerde zijn volk met wijsheid en bezat een enorme verzameling kunstschatten uit alle hoeken van zijn rijk. Op een dag bedacht hij zich tijdens het bekijken van diens verzameling: "Een ding ontbreekt hier, namelijk een beeld dat het diepste wezen van de volkeren van mijn rijk weergeeft". Hierop ontbood de machtige keizer de beroemdste beeldhouwer van het rijk aan het hof en beval deze het beste, mooiste en meest perfecte beeld te maken dat ooit gemaakt was of hierna ooit gemaakt zou gaan worden. Een beeld dat het wezen van alle volkeren van diens rijk zou weergeven. De beeldhouwer was natuurlijk zeer vereerd met deze opdracht van de keizer maar wist meteen dat het schier onmogelijk was om het meest perfecte, mooiste en beste beeld van het rijk te maken. Weigeren betekende dat zijn kop zou rollen, er was geen alternatief. Dus begon hij na te denken over het beeld dat de keizer zou bevallen. Jarenlang trok onze beeldhouwer door het rijk op zoek naar de meest perfecte steen voor het beeld van de keizer. Hij doorstond ontberingen, zijn familie liet hem in de steek, zijn vrienden verklaarden hem voor gek. Maar de beeldhouwer was gebonden door zijn gelofte aan diens keizer. Na veel omzwervingen en wikken en wegen koos hij uiteindelijk een stuk bijna kristal-achtig materiaal, een beetje op roze graniet gelijkend, dat hij naar zijn werkplaats liet verschepen.
De keizer, ongeduldig geworden door het lange uitblijven van nieuws over zijn nieuwe beeld
, stuurde een paar soldaten naar de werkplaats van de beeldhouwer om te zien welke vorderingen er gemaakt waren. Dezen zagen de prachtige ruwe steen centraal opgesteld in de werkplaats staan en vertelden de keizer in lovende bewoordingen hoe mooi die steen wel niet was. En de keizer was tevreden. 
Na maanden van intense meditatie pakte het beeldhouwertje zijn hamer en beitel op en in diepe concentratie viel de eerste beitelslag. Dag in dag uit klonk het geluid van de beitel op het steen, het raspen van de vijl en het ruisen van de polijststeen. Weer een paar jaar later was het beeld dan eindelijk af. Aan het eind van zijn krachten gekomen
, stuurde de beeldhouwer bericht naar het hof dat het beeld af was. Niet lang daarna kwamen functionarissen van het hof het beeld in dure stoffen hullen en hesen het beeld met veel ceremonieel vertoon in een draagstoel. Wel honderd dragers waren nodig om het beeld naar het hof te vervoeren. Natuurlijk gonsde het van geruchten over het beeld. Het zou zo mooi zijn dat je ogen er blind van werden als je het zonder bepaalde bescherming zou zien. Het zou zo mooi zijn dat je er niet naar kon kijken zonder knikkende knieën te krijgen. Het zou zo indrukwekkend zijn dat het je de woorden ontnam. Zo mooi was het. De geruchten namen tijdens de tocht naar de hoofdstad alleen maar toe. De meest fantastische verhalen gingen het beeld voor. Het heette dat het beeld tijdens diens tocht naar het paleis al wonderen verrichtte. Wie ook maar een stukje van het beeld gezien zou hebben genas terstond van alle mogelijke ziekten. Na een week en een dag arriveerde het beeld in de hoofdstad. Door de aanzwellende geruchten nieuwsgierig geworden, verzamelde zich letterlijk de hele hofhouding rondom het in dure stof gewikkelde beeld in afwachting van de onthulling door de keizer. Ook het beeldhouwertje was bevolen bij de onthulling aanwezig te zijn, die zich vol van angst afvroeg hoe de keizer het beeld zou vinden. Bevend knielde het beeldhouwertje naast het beeld neer. De keizer verscheen pas in het late middaguur, precies op het tijdstip zoals dat door de waarzeggers voor de onthulling was aangegeven. Een gongslag galmde door het paleis. Het werd zo stil dat je een blad nog zou kunnen horen vallen. Toen, met veel gevoel voor ceremonie trok de keizer langzaam het kleed van het beeld af. Diep in zich was hij eigenlijk net zo angstig als het beeldhouwertje voor wat hij zou gaan zien. Na zoveel jaren arbeid moest het iets overweldigends zijn geworden. Toen het kleed eindelijk op de grond lag daalde een diepe stilte in het hof neer. Een geruis van gewaden was hoorbaar toen iedereen, inclusief de keizer, neerknielden voor wat hun ogen zagen. Het perfecte beeld was wérkelijk geschapen. De zonnestralen van de ondergaande zon die op het beeld vielen vulde de paleishal met een zachte gloed die van het roze granieten beeld af scheen te komen. Lange tijd bleef het doodstil in de hal. Eindelijk stond de keizer op en gebaarde naar diens lijfwachten. Die stonden als vastgenageld aan de grond naar het beeld te staren. Onhoorbaar voor iedereen zei deze iets in het oor van de lijfwacht. Na lang wachten kwam er een eununch met een vergulde hamer en bijtel op een rood fluwelen kussen op de keizer toegelopen. De keizer pakte beide gereedschappen op, liep rillend van ontzag naar het beeld. Keek er intensief naar en sloeg toen op een bepaalde plek toe. Een hoge, nog nooit gehoorde toon klonk, dat abrupt in een soort van snik eindigde. Het beeld barstte daarop in miljoenen stukjes uit elkaar en bestond niet meer. Een zucht van ontsteltenis klonk door de zaal en een diepe droefenis daalde neer over de toekijkende menigte, alsof men iets zeer kostbaars had verloren. De betovering was verbroken. Daarop keerde de keizer zich naar het beeldhouwertje toe die van doodsangst op de grond lag te trillen. De keizer pakte de hand van de beeldhouwer vast, hielp hem omhoog en fluisterde hem toe: "Beeldhouwertje, beeldhouwertje, alleen Boeddha kan perfect zijn."
De legende vertelt nog dat elk stukje van het beeld een ster aan de hemel is geworden en dat het beeldhouwertje daarna nooit meer is terug gezien. Of het moet die heldere ster zijn die elke avond als eerste aan de hemel verschijnt.
De hamer en beitel waarmee het beeld was vernietigd schijnt magische krachten te hebben gekregen, nog steeds zoekt men ernaar, maar ze zijn tot op de dag van vandaag nooit gevonden.

De moraal van dit verhaal? Perfectie kan alleen door goden gemaakt zijn. De mens, die is niet perfect en kan of mag geen perfectie scheppen.

27 december 2013

Kerst

Het klinkt en beetje merkwaardig, maar alweer hebben we de kerstmarkten in de buurt gemist. Gewoon druk met andere dingen, zoals de voorbereiding voor het kerstdiner, dingen doen voor de opknapbeurt van de keuken, lobby en de gang naar de kamers, de laatste werkzaamheden aan de uitbreiding van de SolarFarm, en ga zo maar door.
Ondertussen giert de wind om het huis heen en lijkt het weer kouder te worden na een paar dagen extreem zacht weer. De temperaturen schommelden rond de +9 graden. Af en toe zaten we de afgelopen week zelfs in de onverwarmde serre achter het glas van het zonnetje te genieten. Midden in de winter dus hè!
Vóór de kerst maakten we, via een omweg, een rit naar Epinal. Prachtig dat winter landschap. Uiteraard nergens sneeuw te zien, maar die bruine tinten van het landschap en dat speciale licht van de laag hangende zon geven het een bijzonder uiterlijk.


Verkeer
Fannie en ik zaten in de auto te praten over het rijgedrag van de fransjes. Vaker merken we wel op dat dat de laatste jaren ten goede is veranderd. Een stuk minder agressief. Ook mijn rijstijl lijkt zich steeds meer aan te passen aan het rustiger patroon op het platteland. Een jakkerende automobilist valt nu gewoon op. Zelfs fransjes hoor je daar opmerkingen over maken. Jakkeren over de binnenwegen zie je eigenlijk niet meer. De omgeving is dooraderd met smalle weggetjes van hooguit een auto breed. Daarover met 100 km per uur scheuren is verleden tijd geworden. Enerzijds door het punten rijbewijs, en anderzijds omdat de verzekeringsmaatschappijen behoorlijk de hand op de knip houden als blijkt dat er te snel gereden is. Behalve rond lunchtijd rijdt men hier een stuk minder gestressed.
Zo kom je af en toe joekels van tractoren tegen op die smalle weggetjes en kun je niet anders dan de berm in. Zelfs Fannie merkt dan op hoe soepel dat allemaal gaat. Allebei wijk je een beetje uit en kun je met een sukkelgangetje langs elkaar heen rijden. Zo gaat dat op het platteland. Niemand die zich persé eigenaar van die meter asfalt wil maken. Allebei met twee wielen de berm in, nog even de hand opstekend en hop stuur je je twee wielen weer uit de modder het asfalt op. In de winter worden de zijkanten van sommige van die smalle weggetjes dan ook volkomen aan gort gereden. Ieder jaar zie je daardoor dan ook ploegen wegwerkers nieuwe stroken asfalt op de zijkanten plakken. Verbreden zit er niet in. Daar is ook niet altijd ruimte voor. Bovendien zullen boeren dan land in moeten leveren en dat is een behoorlijk moeilijk verhaal. Dat gebeurt of kan dan ook niet. Dan maar jaar in jaar uit de asfalt wagen erover. In de zomer kom je giga hooi en oogstmachines tegen die echt niet opzij kunnen zonder de greppel in te kiekelen. Je zoekt dan allebei naar een plekje waar de personenauto van de weg af kan om een combine te kunnen laten passeren. Dat doet zowel de chauffeur van de combine als jijzelf, zodra je elkaar in de smiezen krijgt. Dat gaat bijna altijd goed. Niemand die opgewonden raakt of zijn vierkante centimeter van de weg claimt. Die enkele keer dat je elkaar niet op tijd gezien hebt rij je gewoon achteruit en schiet een zijweg in of een parkeerplek. Daar gunt iedereen je de tijd voor. Geen opdrukken of geërgerde gebaren komen daar aan te pas. Bij het passeren wordt met een gebaar even bedankt en je knart weer verder.

Druk
In Epinal zelf was het extreem druk op de weg. Nu ja, geen files of zo, maar een keertje extra wachten voor een stoplicht zat er dit keer wel in. Bij de Brico zagen we een enorme slang langzaam doorrijdende auto's. Dat bewoog zo langzaam dat we bange vermoedens kregen. Gelukkig bleek het bij de Brico zelf niet zo druk te zijn en scoorden we de materialen redelijk snel. Dan op weg naar Carrefour. Allemachtig, daar kon je bijna over de hoofden lopen. Nu heb ik sowieso al een pesthekel van veel mensen op een vierkante meter, daar krijg ik het Spaans benauwd van. Niet mijn favoriete ding om zo te winkelen. Afijn, tanden op elkaar en die laatste dingen voor de kerstweek inslaan. Opvallend is wel dat eigenlijk niemand je aanstoot. Dat is in NL wel wat anders. Daar beukt de gemiddelde shopper je gewoon opzij als het extreem druk is. Hier probeert men lichamelijk contact ten alle tijde te vermijden. Dit doe je ook door "Pardon!" te roepen en ziet: de mensen massa wijkt. Raak je toch iemand aan dan is het "excusé moi" want tegen mensen opdringen of duwen is gewoon "not done" in LDF. Dat wordt als onbeschoft gezien. Je wacht even totdat de ander gepasseerd is, dat wordt weer met een glimlach beloond, of de ander geeft je gelegenheid. Karretjes worden snel uit de weg getrokken als men het in de gaten heeft, of je hoort weer: "pardon!", waarop je rap vrij baan maakt. Zo is het eigenlijk nooit een gedrang in winkels. Toch werkt die mensenmassa op mijn zenuwen dus ook die shopping tour was snel over.
Uitspraak
Fannie wilde cranberries hebben voor het gerecht voor de kerst. Tja, wat is dat in het Frans? Zij stelde voor het met de Engelse naam te proberen. OK, dan maar op zijn Frans uitspreken. Dus: "krànberrieees", waarbij de i langgerekt uitgesproken en beklemtoond wordt. En verrek, dat werkte! Na een paar keer heen en weer gelopen te zijn binnen de groente afdeling wist de laatste persoon ons feilloos naar het spul te sturen. Misschien omdat mijn, voor mijn gevoel, overdreven vervorming steeds beter werd begrepen. Dat is toch wel lachen. Veel woorden uit de Engelse taal blijken zo te werken, of op zijn minst begrepen te worden. Een boel Franse smurrie erover, een glimlach erbij, want na twee lettergrepen hebben ze echt wel in de gaten dat je geen Fransoos bent. Dat doet het 'm vaker wel dan niet. Na een paar keer oefenen krijg je dan wat je hebben wilt. Gerookte bacon spreek je uit als "baakóng" en de baliejuf grijpt feilloos naar de door jou bedoelde lekkernij.
Slot
Het slot in de voordeur bleek eigenlijk aan vervanging toe. Het bijstellen van scharmieren en slotvanger hielp niet langer meer. De sleutel ging steeds moeilijker rond en af en toe klemde de zaak. Een mooie gelegenheid om eens kennis te maken met een slotenmaker. Na een zwak begin, waarbij meneer even duidelijk gemaakt moest worden hoe zaken te doen met Le Mouton Qui Rit, ging alles als van een leien dakje. Sterker nog, tot onze stomme verbazing kwam de baas speciaal langs om te checken of alles in orde was. Werden we het ook nog eens over de vervanging van een ander slot. Vervolgens werd er keurig gemeld dat het materiaal nog niet was aangekomen en het na de kerst zou worden. Keurig, zoals je gewoon bent dat er met jou als klant wordt omgegaan. Het is niet erg dat er iets niet op tijd kan komen, maar méldt het dan. Dat is het grote manco hier in LDF. Je hoort niets, soms weken lang, en dan ineens, als je de klus zelf al gedaan hebt of aan een ander hebt uitbesteed, staan ze plotseling voor je neus. Tja, dan is het tijd voor een confrontatie. Dat laatste vinden fransjes minder aangenaam. Daar heb ik geleerd op te anticiperen door dat vanaf het begin duidelijk te maken. Zit er iets tegen: melden. Dan zoeken we er samen een oplossing voor. Niet melden is opdracht verliezen. Daar zijn de leveranciers de laatste tijd redelijk gevoelig voor geworden. Als je het ergens niet mee eens bent dan even van je afbijten, waarna de dingen weer soepel gaan lopen. Toch altijd met een glimlach, en beleefd blijven, hoe pissig je ook bent. Dé toverformule in LDF. Uiteraard ontslaat je dat niet van je plicht om mensen de grond in te prijzen als dat nodig is. Als je leverancier begint te kermen dat het "pas gentil" (niet vriendelijk) is dan weet je dat je hem geraakt hebt.
Zou ik dan eindelijk leren om te gaan met de fransjes?
Afijn, in de voordeur zit nu een pracht van een nieuw slot met zo'n computer sleutel plus pasje en hebben we ook nog eens voldoende reserve sleutels als bonus. Kunnen we de gasten tenminste een sleutel meegeven mochten ze laat terugkomen van een copieus diner. Dat was altijd een van die kleine dingetjes die me hinderde als er gasten waren. Je kon dan eigenlijk niet van huis weg om bijvoorbeeld boodschappen te gaan doen, of je moest de voordeur open laten als je achter bezig was. Nu nog die bel bij de voordeur. En ook hier kan een van de Raspi's een oplossing bieden. De Raspi computer die nu de CV kachel regelt kan best een extra functie krijgen door ook de voordeurbel te gaan bedienen. Zoiets is dan zelfs via het netwerk te regelen. Lijkt me weer een leuk projectje voor in de lente.

20 december 2013

Omgangsvormen

Etiquette
Woon je net in La Douce France dan struikel je geheid over de Franse beleefdheidsvormen. Daar zijn de fransjes erg gevoelig voor en is het de tijd waard die een beetje te bestuderen als je er op vakantie gaat, en helemaal als je er gaat wonen.

Hoeveel waarde men hecht aan beleefdheid getuige een in het zuiden van LDF gelegen café (Petite Syrah) opgehangen bord.


bron: internet


De barrista ergerde zich een beetje aan de verruwing van diens klanten. Dat is viraal gegaancomma weg, en staat zelfs in de Nederlandse kranten! Kun je nagaan.
Nu kun je denken dat het zwaar overdreven is. Dat is het niet. Beleefdheid maakt een essentieel zo niet fundamenteel deel uit van de Franse opvoeding in het dagelijkse leven. Als je bij de bakker binnenloopt roep je al "bonjour" (goeiedag), als de bakker je vraagt wat je wilt dan begint ze altijd met bonjour en een beleefde vraag "wat zou u gehad willen hebben" of "waarmee kan ik u voor vandaag een plezier mee doen", of iets van die strekking. Als je geholpen bent dan wens je elkaar een bon soirée (late namiddag of vroege avond), bon fin de journée ('s middags), of gewoon een bon journée (ochtend). Al of niet gepaard gaande met allerlei fraseringen die je wel opgevoedheid weergeven. Zelfs aan de kassa's in een supermarkt worden deze beleefdheden uitgewisseld. Tijdens de handeling van bediening (pakken van brood en afrekenen) volgen vaak nog wat plaisanterieën over het weer, iets wat er gebeurd is, over hoeveel gasten er wel niet zijn, hoe het gaat met die of deze... Korte zinnetjes die je met elkaar uitwisselt. Dat behoort tot de "gentillesse" de beleefdheid- en omgangsvormen in LDF. Hoe beter je elkaar kent, of als je vaste klant ergens bent, willen deze korte uitwisselingen zich nog wel eens oprekken tot een kort gesprekje over het wel en wee in de buurt, over de B&B of de specialiteiten van de bakker. Een gemiddeld fransje is altijd bereid tot een kort onderonsje als de tijd ervoor is. Op het platteland is er altijd tijd, het leven speelt zich daar nu eenmaal minder gehaast af dan in de urbane omgeving. Meer dan hooguit een paar minuten duurt dat niet omdat er dan toch lancunes in het gesprekje beginnen te vallen. Dat is dan weer genânt.

Het doen be-oefenen van deze beleefdheden versoepelt de omgang met de fransjes zeer. Als domme 'Ollander had ik me, voordat ik richting LDF vertrok, wel een beetje op de hoogte gesteld van de etiquette, maar de finesses moet je toch echt in de praktijk leren. Heel langzaam slijpt het erin en doe je dat als vanzelfsprekend. In het begin ging dat nog wat stroef, dat was merkbaar. Of heb je in het begin een zekere gêne om bij binnenkomst in de winkel hardop "bonjour!" te zeggen. Langzaam wordt het je duidelijk dat het zo hoort en verdwijnt de gêne. Het werkt eigenlijk net als een diner: voorgerecht, hoofdgerecht en toetje. Inclusief een paar entremets over koetjes en kalfjes tijdens de bediening en het afrekenen. Het is het waard gebleken daar ietwat op te hebben zitten studeren. Grappig is wel dat als je al die beleefdheidsfrases in het Nederlands over zou zetten dit nogal koddig enouderwets voorkomt. Wat te denken van: "waarmee heb ik het plezier u voor vandaag mee te mogen voorzien". Buiten dat dit krom Nederlands is, zou je nogal raar staan te kijken als men je dat in een NL winkel zou vragen. In de duurdere of chiquere zaken waar men nog op het klassieke publiek is gericht kom je dit in NL nog wel tegen. Maar bij een bakker of slager?
De fransjes vatten dit serieus op. Owé als je tegen deze etiquette ingaat. Dan neemt men op een subtiele manier wraak. Nadrukkelijk verstaan ze je dan niet goed, laten je een beurt overslaan, of zelfs het publiek laat duidelijk merken dat je maar een lomperik bent. Lomp zijn in LDF is dus absoluut NOT DONE. Wordt men lomp tegen je, en dat komt best wel voor, dan is er meestal iets aan de hand. Ofwel jij hebt je als een lomp figuur gedragen of je bent als buitenlander gescout en dan is men toch een ietsjespietje minder vormelijk beleefd tegen je. Sla je ze alle wapens uit handen door je uit te putten in beleefdheden, dan ontmoet je vaak een vertederende vriendelijkheid, gemengd met zelfs een beetje respect. Afhankelijk hoe uitputtend je de beleefdheidsfraseringen gebruikt. Je ziet ze altijd denken: "Gut wat goed voor een buitenlander, zo 'gentil' dat hij het probeert". Uiteraard vergt het jarenlange training voordat je dit soort zinnetjes met een zekere souplesse over je lippen krijgt alsof het je tweede natuur is. Al begin je maar met bonjour te roepen bij het binnen gaan van een winkel, je wordt meteen beleefd tegemoet gekomen. Heus, na twee lettergrepen uit je mond horen ze écht wel dat je een buitenlander bent. Dat accent raak je never nooit meer kwijt. Daarover heb ik zelf óók geen illusies. Toch, met een beetje extra aandacht voor dit soort dingen in den vreemde lopen een aantal zaken zeker soepeler, zelfs als je van origine een botte 'Ollandais bent.

Tafelmanieren
Dat is weer apart hoofdstuk. Hoe gedraag je je aan tafel. In ons B&B krijg je daar natuurlijk onherroepelijk me te maken. Voor een gastheer gelden weer een setje extra regels.
Van een gastheer wordt verwacht dat hij de mensen op de juiste plaats aan tafel manoeuvreert. Elkaar onbekende families zet je niet door elkaar aan tafel, meisjes gaan bijna altijd bij de moeder en de jongetjes naast pa zitten. De kleine mensen zet je dan weer meer aan het einde van de tafel onder de scherp oplettende ouders. Is het druk, dan verhuizen de kids naar de keukentafel. Mensen die je kent zitten dichter bij het hoofd van de tafel - waar ikke de scepter zwaai - dan mensen die je voor het eerst ziet. Je schalt ook niet in de rondte dat het etenstijd is. Je loopt op de mensen af en met beleefde stem kondig je het diner aan. Zo de mensen al niet zitten te borrelen aan tafel. Soms gaat net zo makkelijk de apéro over in het diner, en dat wel in het soupé. 
Tijdens het diner krijg je uiteraard de verplichte vragen over de gerechten van het menu. In vloeiend Frans, althans na voldoende wijn, verhaal je dan over de ontstaansgeschiedenis van een recept. Er zit soms een waar verhaal achter, wat uiteraard met verve wordt verteld, in mijn soort Frans dan hè. Je schijnt ook je kennis over de cuisine te mogen etaleren als kok, wat ik uiteraard met enthousiasme doe als ik ook maar even de kans krijg. Met sommige gasten heb ik wel eens een hele avond over bereidingswijze, wijnen en ingrediënten zitten keuvelen. Daar leer je goed Frans van. Uiteraard wordt er van de gastheer verwacht dat deze ook over iets anders dan eten kan praten en is literatuur een dankbaar onderwerp. Lezen doe ik genoeg daarvoor. Heb je zo even niets bij de hand dan is er nog de omgeving, het weer, het nieuws van die middag en eventuele rampen of oorlogen die uitgebroken zijn. Vanzelf komt de keramiek ook wel ter sprake en doet men beleefdheidshalve oh en àh. Dat althans is zo'n beetje wat er door fransjes van je als gastheer wordt verwacht. 
Gasten uit NL, BE, DE, CH en andere landen hebben weer zo hun eigen tafelcode. een heel avontuur om dat te ontdekken. Zo zijn Belgen meer gericht op een rondgaand gesprek, Nederlanders willen altijd graag weten hoe je hier terecht bent gekomen, net als de Zwitsers. Allemaal willen ze gewoon lekker eten en de Bourgondiërs als FR en BE vragen bijna altijd naar de recepten. 
Best wel spannend om dat zo uit te moeten vlooien.

14 december 2013

TED

Overpijnzing
Een van mijn meest favoriete kanalen om op het net te bekijken is TED. TED is een organisatie die mensen uitgenodigd om niet alledaagse verhalen op te hangen over een bepaald onderwerp. Dat kan variëren van hoe een T-shirt waterdicht gemaakt kan worden met huis en tuin middeltjes tot aan vortex computing. Er komt dus een pletoria aan onderwerpen aan bod die voor de organisatie interessant genoeg zijn om daar mee te kunnen scoren. Een mix van WOW, AHA en ASJEMENOU. Een redelijk goed gevonden formule, want: geen mainstream.
Alessandro Acquisti bijvoorbeeld had het over het verschijnsel dat privé dingen die ergens geregistreerd raken, uiteindelijk ten nadele van je gebruikt kunnen gaan worden. Een populair onderwerp de laatste tijd, de NSA is de gebeten hond in deze. Ineens worden veel mensen ondervraagd of ze het een probleem vinden dat de overheid alles over je wil weten. Een algemeen schouderophalen is wel de trend in NL, in DE is het trouwens precies andersom. Slechts enkelen beseffen waar het heen gaat: Brave New World van Aldous Huxley.




Wat zegt Acquisti: "mensen kiezen voor geborgenheid in plaats van vrijheid". Waarmee hij precies de spijker op zijn kop slaat. Vrijheid betekend immers dat je zelf beslissingen neemt, de gevolgen daarvan zelf ervaart, maar wel dat je dan kunt denken en zeggen wat je wilt zonder gemanipuleerd te worden door de overheid. Zelfbeschikking heet dat. Aan de andere kant staat: controle over je leven en denken door een andere partij, waarbij het wisselgeld huisvesting en voeding en wellicht scholing is. Er hangt overal een prijskaartje aan, dat mag duidelijk zijn. Wat wil je: vrijheid van handelen en denken waarbij je de consequenties daarvan accepteert, of er wórdt voor je gedacht en je kostje is gekocht. Kies maar, nóg staat het je vrij om dat te doen. Het wordt natuurlijk anders als anderen die keus voor jou bepalen. Dan wordt er, naar mijn mening, een grens gepasseerd waarvan geen terugkeer meer mogelijk is. Dat brengt een wereld waarin geen concurrentie, agressie, vrijdenken, liefde en compassie meer is. Waardoor de mensheid op den duur geen groei meer zal kennen. Groei in mentaal en materieel opzicht. Die agressie kan me persoonlijk gestolen worden, maar is een onlosmakelijk en essentieel onderdeel van ons mens zijn. De drang naar ontdekkingen, maar ook oorlogen worden door agressie gestuurd. Vele soorten drijfveren stuwen de mens naar een hoger plan, als die drijfveren worden geneutraliseerd zal dat nooit meer plaatsvinden en zal het mensdom terug keren naar waar het vandaan kwam: protoplasma.
Je kunt je afvragen: waarom? Waarom wil de overheid iedereen onder controle brengen? Opnieuw: Machiavelli; handhaaf de macht ten kost van alles. Zelfs als het ten koste gaat van je kinderen, geliefde of vrienden en gelijkgestemden.

Toch wel leuk dat zo'n TED uitzending je aanzet om ergens over na te gaan denken, wat ook precies het doel van die lezingen is.

Huisje #22
Een gezelliger onderwerp. Huisje #22 staat op stapel. Bij dit huisje heb ik twee nieuwe elementen geïntroduceerd. 

huisje 22

Namelijk het monteren van losse raamspijlen en met een slibspuitje decoratie aangebracht.

Die losse spijlen werkt iets makkelijker, vastplakken met slib en je kunt van te voren een vorm geven. De bolletjes op het dak, als ware het een parelsnoer, zijn met een soort rubberen blaasbolletje met een spuitmond aangebracht. Alsof je met de slagroomspuit aan de gang bent. Leuk toeltje waarmee je ook goed figuurtjes of teksten op je werk aan kunt brengen. Dit was een beetje uitproberen en je moet er een beetje handigheid in krijgen. Met een hand ondersteunen ging al weer een stuk beter. De slib (dunne klei) leek me net iets aan de te dunne kant.
Dat met die composiet ramen was weer een veredelde oefening in het monteren. Doe je dat met klei die veel zachter is (meer water) dan de klei waar je het op plakt dan gaat dat geheid scheuren. Alleen de spijlen met een ringetje er omheen zijn later gemonteerd. Die rozet lijkt me een dankbaar element om eens verder mee te gaan. 
Die bolletjes zie je als dakelementen vaak terug komen in het werk van Gaúdi. Vaak als dakpannen / dakschorsen of als versierselen in allerlei vorm. Op ceramics Daily zag ik een demo van die bolletjes, dat ga je dan meteen uitproberen. Of #22 het haalt in de oven is even de vraag omdat ik met twee verschillende densiteiten in de klei heb gewerkt. Gewoon afwachten. Bij het drogen komt dat als eerste te zien. Het was ook maar een vinger oefening. 

Huisje #21 
Tegen beter weten in heb ik toch geprobeerd nummer 21 te repareren, ook om te zien of dat toch niet toevallig zou gaan. Niet dus. Misschien moet ik dan toch eens met wat ze "Paperclay" noemen gaan werken. Dat is gewone klei met veel papiervezels erin. Dit mengsel van klei en papier kan een enorme spanwijdte overbruggen en is naderhand ook gewoon met de zelfde massa te repareren of bij te werken. De vezels zorgen voor extra vormvastheid tijdens het boetseren maar ook bij het bakken. Het papier verbrand uiteraard tijdens het bakken en laat dan holtes over in het werk. Dat maakt dat het object ook extreem licht aanvoelt. Niet geschikt voor gebruikskeramiek denk ik dan weer en absoluut niet om buiten neer te zetten in de winter. Ga ik beslist eens iets mee doen.

Info:
  • Een paar maanden geleden heb ik Rosette Gault's boekje Paperclay gekocht een perfect boekje om met paperclay aan de gang te kunnen gaan. Papierklei maak je door bijv. kranten of WC papier op te lossen in water en dat te mengen met je favoriete klei.
  • Een mooie site om eens te bezoeken over keramiek is dus Ceramics Daily. Die site staat tjokvol zeer goede demo filmpjes, boek besprekingen, waarvan je een uittreksel kunt downloaden, besprekingen van andere onderwerpen en zo voorts.
  • Een NL site is Klei, ook een goed forum met veel tips over exposities, waar kun je wat krijgen / kopen en keramiek markten in NL en Europa.
  • Dan heb je natuurlijk nog Youtube, op Vimeo staat toch beduidend minder info.





11 december 2013

Bucket List

Gisteren is de kerstverlichting aan de lantaarnpaal aangezet. Stopt er een witte truck met zo'n liftbakkie voor ons huis. Stapt er een manneke in, gaat omhoog en haalt een schakelaar over. Dan rijdt de truck 2 palen verder en het feest van het licht herhaalt zich. Mij uiteraard opnieuw in stupifactie achterlatend waarom dat niet remote gedaan kan worden. Scheelt toch weer een paar honderd euries per jaar om zo'n mannetje langs te laten komen. Uitdoen gaat weer op dezelfde manier. Folklore meneertje, zegt er eentje tegen me. Ja die lichtversiering. Da's prima, een lichtpuntje in de donkere winter. Zouden ze de straatlamp dan niet op halve kracht kunnen zetten? Die nieuwe lampen geven een bak licht af van heb ik jou daar. Daar valt die kerstverlichting helemaal bij weg. Zonde toch. In alle dorpen in LDF hangt er kerstverlichting aan de lantaarnpalen, dat is leuk om te zien als je er doorheen rijdt in de avond. Ja, dus folklore.
Er is per 1 juli van dit jaar ook een wet gekomen die verplicht de verlichting die op openbare gebouwen staat en in etalages brandt na 1 uur 's nachts uit te doen. Trekt overduidelijk niemand zich ook maar iets van aan. Duidelijk gevalletje van boetes brengen meer op dan de besparing. Wel jammer. Zelf zou ik een stapje verder gaan en de verlichting alleen aan laten gaan als er zich in de nabijheid iets beweegt. Die paar watten voor die sensoren vallen in het niet tegen de besparing. Ook ons stadhuis staat na enen nog vol in het licht. Jammer. Een gemeenschap die voor meer dan 1300 eurie per kop van de bevolking in schuld staat ( bijna 3 ton) zou dat toch mooi kunnen aangrijpen als besparing. Ik zou subiet de lampen uit doen, of op z'n minst op halve kracht.
Wellicht met de nieuwe burgemeester volgend jaar dat het beter gaat worden met de gemeentelijke financiën.

Bucket List
Het is de tijd van lijstjes weet je nog?
Zo heb ik de film "Bucket List" nog eens bekeken (Nichelson &  Freeman). Die gaat over twee oude mannekes waarvan de ene bulkt van het geld (Nicholson) en de ander (Freeman) geen nagel heeft om de kont te krabben. Ze komen allebei met kanker in het ziekenhuis in een kamer te liggen. De arme knakker ligt ineens een lijstje te schrijven met dingen die hij nog zou willen doen voor hij aan de grote oversteek begint (Things to do before you hit the bucket). De ander is natuurlijk rete nieuwsgierig wat er op dat lijstje staat. Daar komt ie uiteindelijk achter en hop ze gaan er voor. Echt een kerstfilm zou ik zeggen. Gewoon legaal via Youtube te zien. Of vast wel ergens op een downloadsite via Geenstijl.nl te vinden (klik op het bootje).

Af en toe denk je zelf wel eens aan je eigen Bucket List. Die groeit en krimpt gedurende het jaar kan ik wel zeggen. Zonder dat nu alles duidelijk op papier is gezet, dat gaat me dan weer te ver, is een beetje dwangmatig. Heel veel mensen hebben een Bucket List volgens mij. Vaak dingen als huisje boompje beestje. Of carrière, geld en macht. Ja, the sky is the limit. Op mijn virtuele lijstje stonden zaken als: Borobudur, de Piramides in Egypte, IT architectuur, in het buitenland gaan wonen en een aantal dingen zoals die ook op de lijst in de film stonden. Niets bijzonders of opzienbarends dus. Er staan nog de Chinese muur, bijzondere dingen maken in klei: mijn ideaal beeld van een pot. Eindelijk iets van zwaartekracht begrijpen en meer van dat soort dingen. Zo is er door mij al heel vroeg met de Bucket List begonnen zonder dat ik me dat bewust was. Het kan gezegd worden dat de lijst al een behoorlijk stuk afgewerkt is. Dat geeft een gevoel dat je het met je leven nog niet zo slecht gedaan hebt, of niet dan.
Voor de wolkenruiters onder ons: dingen als de wereld verbeteren, wereldvrede en iedereen te eten, zijn een beetje ver van mijn bed dingen. Onwezenlijk voor mij omdat dit meerdere generaties doelgericht plannen vraagt. Jij als individu kan daar eigenlijk niets aan bijdragen. Besef dat zo'n Bucket List uit realiseerbare dingen moet bestaan, egoïstischer kan het bijna niet. Je onbereikbare jeugdliefde veroveren is een mooi romantisch doel, maar hoe reëel is dat? Bucket List dingen zijn vaak de kleine dingen die van bijna onschatbare waarde voor je kunnen zijn. Op een zwoele zomeravond bij zonsondergang de hand van je schatje op je schouder te voelen liggen is veel meer waard dan een reis naar het midden van de aarde. Voor anderen liggen de criteria natuurlijk anders, dat beseft ik ook wel. Zo is er ook dat intens genieten van een zoemende draaischijf en je hebt bijna "die pot" op je plaat staan. Er is dan geen teleurstelling als het die keer net niet lukt, meer een gevoel van: ik ben er bijna. Een fantastisch gevoel is dat, als je vingers doen wat je geest denkt. De lijst is in beweging, er komen dingen bij en soms gaan dingen af omdat ze verwezenlijkt zijn.

The Bird
Van de week moest ik bij de voorraad vogelvoer zijn en til een zak op die toch wel erg licht was voor zijn doen. En ja hoor! De muizen hadden zich eraan tegoed gedaan. De winter hè! Dan kruipen de muizen de huizen in. Aan het pak ernaast hadden die beestjes zich ook tegoed gedaan en stonk naar uitwerpselen. "Dat gaat Flop niet leuk vinden", dacht ik nog. De voorraadbak dreigde leeg te raken, er móést dus nieuw voor komen. In LDF kun je niet het voer krijgen wat Flop gewend is, dat neemt Fannie dan iedere keer mee. Maar ik had ergens zonnepitten gezien, hop in de auto, en meteen maar cement halen voor het nieuwe trapje. Zakje zonnepitten en iets zwarts erbij gehaald, ff gemengd en in zijn bakkie gedaan. Dat beviel niet echt. Wat partjes mandarijn en stukjes banaan gingen er wel in. De volgende dag was Flop in een niet al te best humeur en keerde zelfs zijn kop af voor wat ie anders uit mijn handen trékt, bij wijze van spreken. Mèrde. Dan maar weer op jacht naar ander voer voor Floppy. De vogelzaad afdeling werd nu uiteraard iets nauwkeuriger gescand. Opeens zag ik iets dat leek op het oude voer, opluchting. Stond zowaar een foto van Floppy op, hoe had ik dat de vorige keer nou kunnen missen. Eerst maar eens een klein zakkie kopen en kijken wat het wordt. Ook nog ff wat boodschappen voor de rest van de week, even langs de wijnrekken, eendenborst was in de uitverkoop. Scoren is dat. Zag ook nog een leuk wijntje.

Terwijl ik de blog zit te schrijven hoor ik the Bird knagen. Probleem opgelost. Chippie kwam ook weer mekkeren aan de buitendeur, afijn, de veestapel is weer compleet. Waar die kat in de winternacht dan blijft is mij een raadsel. Niet bij de schapen, dat is wel zeker.

Kassaleed
Dan, op naar de kassa. Oempf! Druk. Als je dat ziet bereid je dan voor op een lange wacht. Hoe gaat dat hier? Nou zo! Betreft het een stel dan ontstaat er vaak een discussie over een fles dit of een pakje dat. Het klinkt dan altijd in verbaasde toon van: "Heb jíj dat gekocht?" De ander mompelt dan wat en de vrager kijkt vervolgens nog eens misprijzend naar het artikel. Legt het artikel aarzelend op de band en pakt het volgende stuk. Als eindelijk alles op de band ligt, de kassajuf begint niet eerder te scannen totdat álles uit het wagentje is, volgt een voor mijn gevoel tergend langzaam gebliep bliep. OK, dat kan ik nu als normaal bezien. Maar vanmiddag was de limiet van mijn geduld bereikt. Helaas zat ik klem tussen de voorganger en iemand achter me die me voortdurend met rollen pakpapier in het been aan het stoten was. Ik had die kar eigenlijk moeten laten staan. Namelijk. Twee oudere vrouwen waren aan het bedisselen wat nu voor wie was tijdens het op de band leggen. Zucht. Uiteraard waren de boodschappen niet naar behoren gescheiden. Dan volgde het gebliep. Weer een discussie waar het moest ophouden voor de ene en begon voor de ander. Er werd wat terug geboekt door de kassajuf en het eindbedrag werd afgeroepen. Verwarring. Oh ja sjekkie schrijven. Er werd in de über grote tas gegraven en na ampele seconden kwam er een chequeboekje naar boven. Pennetje zoeken, schrijf schrijf. "U hoeft alleen uw handtekening maar te zetten hoor", zei de kassajuf nog. Schrijf schrijf. Zucht eindelijk klaar die. Blieperdeblieb ging het weer en dame 2 kreeg nu een bedrag te horen. Pasje? Ja doe maar. Pasje dood verscheen het op de terminal, "muet" heet dat hier. Letterlijk: doof. Kan gebeuren. Een discussie ontstond tussen de twee dames en de kassajuf. "Nee ik heb geen cheques, geen cash" klonk het bedremmeld. Discussie over "ga ik dat per cheque betalen, maar ik moet het wel meteen weer terug hebben hoor", in synopsis dan hè. Want dit duurde wel weer een minuutje of wat. Weer graaf graaf, pennetje, schrijf schrijf. En, oh wonder! Zelfs de in mijn rij wachtende fransjes werd dit teveel. Die begonnen zich echt, niet te gelóóóven, te roeren. Dat dit toch wel teveel was. Deze jongen was totalement stupifié, wat zullen we nu krijgen! Fransjes die beginnen te morren! Echt waar, voor het eerst dat ik dit meemaak, mijn dag is weer gemaakt!
Dit tafereel heeft naar mijn gevoel zeker 10 minuten geduurd, maar in ware tijd zal het dichter bij de 5 liggen denk ik. Na die vijf minuten gingen er opeens nog twee kassa's open. De rijen waren nogal lang geworden. Die kassajuf bleef stoïcijns onder dit alles en ging onverstoorbaar door in haar tergend lage tempo, bliep, blieb. Het tussenplankje voor de volgende klant moest ik maar zelf bij een andere kassa wegpakken ;=(
Zo gaat dat hier. Praatje, bedrag horen, dan pas chequeboek uit de tas zoeken, nog wat ge-OH, discussie, de kassa print de cheque vol, prt prt volgen een boel kassabonnen en men sjokt de winkel uit. Goed, duurt altijd wat langer dan in NL, daar ben zoals ik zei nu langzamerhand wel aan gewend geraakt. Wat mij blijft verbazen, is dat de kassajuf nooit begint te scannen als niet eerst alles op de band ligt. Ook al ben je de enige klant en is de band verder leeg. Gniffelend om de opstand van de fransjes ging ik op weg om cement te halen.

6 december 2013

Kindervragen

Kinderen vragen soms dingen waar je vaak eerst over na moet denken voordat je de vraag beantwoordt. Uiteraard logeerden er dit jaar ook een paar van die vragertjes in Le Mouton. Naar beste weten antwoordde ik op de vragen, in verschillende talen, een paar keer gingen we zelfs samen achter de monitor zitten om het antwoord te vinden. Want ik ben niet nieuwsgierig maar wil graag alles weten. Vannacht, een van die nachten waarin het oog niet wilde dichtvallen, kwamen er een aantal van die vragen weer boven drijven en typte ik dit in:
Waarom wordt de wind nooit moe
Vallen potten stuk
Doe je een oogje toe

En doe jij 's middags een tuk?
Waarom is de tijd zo kort
En sterft het van de vliegen
Klettert de regen altijd heftig kort

Kun je zelf niet vliegen?
Waarom blijven de wolken drijven
Is het koud in de winter

Schijnt de zon soms 's nachts
?


Waarom kan het water niet naar boven stijgen
Doet het zeer zo'n splinter

Zitten er gaten in de lucht in de nacht? 
Nou ja een beetje dichterlijke vrijheid, en om de zaak aan het rijmen te krijgen, is hier wel gebruikt. Dat van die zon die 's nachts schijnt vond ik wel de leukste. De vragensteller en ik hebben ons met zijn vraag best vermaakt met Wiki. Of de jongeman het helemaal begreep weet ik niet. 'K geloof zelfs dat de ouders met verbazing keken naar wat we daar zo te smoezen hadden met elkaar. Ikke maar gebaren en met balletjes spelen, en het jochie met ogen als schoteltjes zo groot, ontdekte ineens dat het internet meer was dan spelletjes alleen. Prachtig is dat als je die fonkeltjes in de ogen ziet komen van jonge mensen die ineens hun intellect gaan aanspreken.

Boeken
Gedurende het jaar hoopt zich altijd een aardig stapeltje boeken op in de kast. Boeken die bijvoorbeeld  tijdens de vide greniers in de zomer zijn gescoord, via het net worden besteld, of die door gasten worden achtergelaten. We ruilen ook wel eens boeken. De Franse kranten worden regelmatig gescrutineerd op zogenaamde top tien lijstjes. Af en toe bestel ik daar dan wat titels van. Soms komt m'n schatje met titels aandragen die ze dan weer uit de NL kranten haalt. Al met al zijn dat er gemiddeld een stuk of twintig, dertig die dan voor de winter klaarliggen. De oudere titels kun je via boekensites ook als e-book downloaden. Rechtenvrije titels via Gutenberg of Free-ebooks die interessant lijken, beginnen ook een fors deel van mijn biebje te vormen. Leesvoer genoeg dus. Een heel enkel keertje is het een forse tegenvaller, niet te verteren, of lees je het in etappes. Een boek dat de vorige winter verveeld is weggelegd heb ik vorige week bijna verslonden. Van Émile Zola ben ik nu de familie saga (+20 deeltjes) aan het doorworstelen, deels dode bomen, maar compleet van het internet gedownload. Lekker voor in bed onder de warme dekens een stukje lezen, je verbazend over de laat 19e eeuwse denkbeelden in la Douce France. Voor de moeilijke woorden heb je dan weer vertaal sites, het geblader in woordenboeken is al lang verleden tijd. Soms ontdek je vervoegingen die nogal merkwaardig overkomen en die je zonder het net niet zou hebben kunnen herleiden. Al lezende leer je zo veel Frans. Het vergroot je idioom en geeft je gevoel voor zinsopbouw. Heel af en toe zie je die verbaasde blik van de fransjes van een woord dat zelfs zij niet kennen als je dat er achteloos in een conversatie tussen gooit. Volkomen uit context natuurlijk maar altijd lollig die reacties. Of misschien is het wel 't taalgebruik dat ze van een kaaskop immigré niet verwachten. Hoe dan ook, lezen is een belangrijke bezigheid in de winter geworden. Tijd zat met die lange donkere avonden. Lekker bij het haardvuur zittend, een glaasje wijn op het tafeltje, muziekje van France musique op de achtergrond, genieten!
Voor de geïnteresseerden, hier een top zoveel lijstje van meest gewaardeerde francophone schrijvers/schrijfsters uit 2012. Het volgende lijstje is uit verschillende lijstjes uit o.a. le Figaro, l'Expres, le Monde of Observateur samengesteld.

collage franse schrijvers
bronnen: lemonde, figaro, wiki, observateur
  • ALEXIEVITCH, Svetlana; 'La Fin de l'homme rouge',  prix du "meilleur livre de l'année 2013"
  • COHEN, Daniel
  • CONSTANTINE, Barbara
  • CYRULNIK, Boris
  • DELACOURT, Grégoire
  • DEUTSCH, Lorànt
  • DJIAN, Philippe
  • DOMENECH, Raymond
  • GAUDÉ, Laurent
  • HÉRITIER, Françoise
  • LEGARDINIER, Gilles
  • LEMAITRE, Pierre
  • LENOIR, Frédéric
  • NAY, Catherine
  • NOTHOMB, Amélie
  • ORSENNA, Erik
  • SALLIS, James
  • SCHMITT, Eric-Emmanuel
  • TESSON, Sylvain 
  • VIGAN, Delphine de
  • WERBER, Bernard 
  • WIAZEMSKY, Anne

Er is met opzet even niet naar lijstjes gekeken van schrijvers die het best verkochten in de afgelopen maanden.

Voor wie met deze lijst gaat grasduinen in de winkels of internet, veel leesplezier.

4 december 2013

Huisjes en zo

700
Hé de tellert van blogs  staat op nummer 700! Over een klein half jaar zitten we hier alweer 6 jaar. Dat is dan ruim 100 blogjes per jaar. Daarom heb ik aan de blog een tag-cloud toegevoegd, zoekt wat makkelijker. Zie rechts onder.

Keramiek
Op Wim's laatste avond alweer in Le Mouton, zaten we te praten over hoe een huisje tot stand komt en wat daar allemaal bij komt kijken of wat fout kon gaan en gaat. Vanzelfsprekend kwam ook hier de inzet van een Raspi aan bod, of dat iets met het bakproces kon doen, zodat je dit veel preciezer in de hand kon houden, en hoe dat dan te realiseren zou zijn. Volgens Wim een kwestie van een paar relais en een stukkie software.
Al met al werd het een verhaal eigenlijk over wat er zoal bij komt kijken voordat een huisje klaar is voor de verkoop.
"Dat zou je eens moeten opschrijven", zei Wim. "want ik denk niet dat mensen een idee hebben hoeveel daar bij komt kijken aan tijd en kunde". Aldus doende, dan maar.




Ontstaan van een huisje 
Meestal begint het met potlood en papier. Er worden wat schetsen gemaakt van hoe het volgende huisje er uit zou moeten zien. Wat detail tekeningen van aandachtspunten of details die in het nieuwe huisje moeten gaan zitten. Zo'n ontwerp is meestal niet meer dan een leidraad.

basis schetsen
Dan worden plakken klei met de wals in het atelier gemaakt, met zo'n plakkenwals worden die mooi gelijkmatig van dikte.
plakkenwals
foto: roderveld.com
Soms maak ik sjabloons volgens het ontwerp voor de wanden van een huisje en worden die uitgesneden.

plakken klei vlgs sjabloon
Het samenstellen van het casco is een secuur werkje. Dat doe je met slib.

dikke en dunne slib

Als het niet goed aan elkaar wordt gemonteerd - met plaksel (slib) van dezelfde klei - dan ontstaan er tijdens het drogen of bakken scheuren en doet het in mijn ogen afbreuk aan het ontwerp. Daarmee is de basisvorm van een huisje klaar.

basisvorm huisje #21
Wat volgt nadat de klei iets meer uitgedroogd is (leerhard) is het snijden van de gaten die later de ramen, balkons en deuren gaan worden. Voortdurend blijf je afwerken en glad poetsen.  Je brengt versierselen / ornamenten aan en dan is het ruwe werk achter de rug. Het serieuze polijsten, poetsen en boetseren volgt totdat alles glad is en de al té scherpe hoeken weg zijn.  

halverwege #21
Het afwerken van de ramen en andere openingen, aanbrengen van ornamenten, polijsten en poetsen kan meerdere dagen duren. Als je er niet aan werkt verpak je het werkstuk in plastic om uitdrogen te verhinderen, Daarna laat ik het werkstuk verder drogen totdat het "bone dry" is. Als je je kop er niet bij hebt gehouden gebeurd dit:

scheuren!
Wat is er hier gebeurd? Het water verdampt uit de klei waardoor het lege ruimtes achter laat. Door de "kleefkracht" in de klei zit er een behoorlijke rek in, tot wel 10%. Dat krimpen kan niet tot het oneindige doorgaan waarna er scheuren ontstaan. Als de toplaag zoals bij huisje #21 veel "slapper" was dan de onderlaag krijg je ook nog verschillen in de snelheid waarmee de lagen drogen. Hoeveel rek er opgevangen kan worden is weer afhankelijk van de soort klei (samenstelling).

Dat verschijnsel zie je ook in de wei in de zomer. De slappe bovenklei scheurt eerder dan de onderliggende nog natte klei omdat aan de oppervlakte het water sneller verdampt, precies omgekeerd dus, maar wel een soortgelijke situatie.

bron: us.123rf.com
Als de klei weer nat wordt verdwijnen de scheuren weer. Ik vrees echter dat er teveel vocht toegevoegd zou moeten worden om #21 nog te kunnen redden. Had dit voorkomen kunnen worden? Wellicht door #21 exreem langzaam te laten drogen. Was het bij het bakken alsnog fout gegaan? Denk het wel ja. Waarom? In principe heb je hetzelfde probleem bij het bakken als drogen.Tijdens het bakken verdwijnt er namelijk opnieuw water uit de klei. Water dat chemisch gebonden heet te zijn aan de klei deeltjes. Bovendien lagen met verschillende (ruimtelijke) samenstelling verdragen elkaar dan niet goed waardoor er opnieuw dingen fout kunnen gaan.

Bij werkstukken waar veel gewerkt is met plakken en aan elkaar zijn gezet met slappe klei treed dit verschijnsel als je niet oppast ook op.


huisje #20
Dit huisje bestaat alleen maar uit losse elementen. Weer anders dan de meeste van mijn huisjes die uit een dichte vorm bestaan. Die laatsten kunnen veel meer spanning verdragen tijdens drogen en bakken.
spanningen afleiden
Hier is speciale aandacht aan de "lassen" besteed. Als je op de bovenstaande foto klikt zie je dat die lassen tamelijk vloeiend overgaan op de aangrenzende vlakken. Geen scherpe hoeken daar. Wat ervoor zorgt dat spanningen moeiteloos weg kunnen vloeien. Bestudeer je de werken van Gaudi dan zie je dat ogenschijnlijk kwetsbare verbindingen zo gemaakt zijn dat krachten en druk via een "vloeiende" weg door andere bouwdelen afgevoerd kunnen worden. Dat maakt het werk stabiel en treden er nauwelijks vervormingen op. Bij #20 komen natuurlijk geen problemen van grote druk voor. Des te meer trekt alles aan elkaar en moet je meer 'stutten' aanbrengen om dat te neutraliseren dan je misschien zou willen. In de natuur, Gaudi's leidraad voor veel van zijn constructies, zie je ook dat verbindingen vloeiend in elkaar overgaan. Het resultaat van duizenden jaren aanpassen. Wat kapot gaat overleeft simpelweg niet. Scherpe hoeken gaan eerder kapot dan zachte ronde verbindingen.

huisje #20 klaar voor het stoken
In dit geval kun je er vanuit gaan dat delen van de voorgevel van #20 tijdens het bakken ietsjes zullen vervormen. Daarom heb ik de voorgevel een beetje 'voor-vervormd' om het efect te versterken. De uiteindelijke vervorming is een beetje afhankelijk van het bak proces en de plek in de oven. Ook speelt mee, hoe gelijkmatiger het bakken en afkoelen gaat des te kleiner de uiteindelijke vervorming zal zijn.


Klei 
Iets over klei (lutum)
Over landbouw klei zijn bibliotheken volgeschreven. Over klei specifiek geschikt voor keramiek in de westerse wereld veel minder. Dat komt ook omdat keramische klei nu niet direct een massa product als bakstenen is. Veel klei voor pottenbakken of handvormen wordt door keramisten zelf geprepareerd. Klei bestaat uit kleine stukjes verweerd gesteente. Als die deeltjes kleiner zijn dan 2mu of 2 miljoenste meter dan heet het klei te zijn. Ze zien er onder de microscoop uit als heel kleine schilfertjes die door hun eigen elektrische lading aan elkaar kleven. Die lading zorgt er ook voor dat er bepaalde chemische elementen (ionen geheten) aan de schilfertjes kunnen blijven plakken. Die ionen hebben een eigen lading en grootte, waardoor je een onregelmatig ruimtelijk raster krijgt.  

klei deeltjes
bron wikipedia
De verschillende ionen o.a. geven aan de klei bepaalde eigenschappen als bijvoorbeeld kleur en baktemperatuur. Zo ontstaat een chaotisch aan elkaar klevend klontje kleiplaatjes. Tussen de klontjes zelf zit weer water waardoor de rode of grijze prut ontstaat die aan onze schoenen en laarzen blijft plakken.


elementair klei deeltje
bron: ETH zurich
Klei kun je een delfstof noemen, het wordt ergens opgegraven, ontdaan van (organische) verontreinigingen, toegevoegd worden wat andere stofjes en, zeg maar andere kleisoorten. Zo kennen we verschillende soorten klei voor potten draaien, handvormen, beeldhouwen, gieten (WC potten bijv) of technische doeleinden. Er zijn verschillende kleuren klei: wit, grijs, bruin, rood of zwart bakkende klei bijvoorbeeld. Dat komt door de soort mineralen die er in zitten. Roodbakkende klei bevat onder andere veel ijzer. Zelf gebruik ik wit bakkende klei voor de huisjes met een beetje chamotte er in. Dezelfde soort klei maar dan zonder chamotte is heel plastisch en gebruik ik voor het draaien van potten en schalen.

Chamotte
Chamotte is niets anders dan gemalen gebakken klei van bepaalde korrelgrootte. De korrelgrootte van 0.2mm - 2 mm, en de hoeveelheid in de klei maakt dat het werkstuk in meer of mindere mate tegen temperatuurschokken kan. Ook bevordert chamotte de vormvastheid tijdens het bewerken en hoe vormstabiel het werkstuk bij het bakken blijft. Hoe grover de chamotte en hoe meer er in zit des te ruwer voelt de klei aan. Ook des te beter kan de klei dan tegen temperatuurwisselingen/schokken. Als je iets denkt te gaan Raku stoken is daarom ook een hoog gehalte aan chamotte nodig omdat het werkstuk zo uit de oven in de openlucht wordt gebracht. Een temperatuur verschil van ruim 800 graden! Een schaaltje van fijne draaiklei zou bij die behandeling uit elkaar spatten! Voor de huisjes gebruik ik klei met een fijne chamotte van 0.2mm.

Bakken
Het bakken van een werkstuk gaat in twee keer. Ongebakken klei (greenware) wordt nadat het echt goed droog is (bone dry) op 800-900 graden (bisquit) gebakken in een keramische oven. Nadat het is afgekoeld wordt het werk met glazuren of engobes (dunne klei met kleurstoffen) gekleurd en opnieuw gedroogd. Dan wordt het op 1100ºC of hoger gebakken. Soms krijgt het werkstuk nog een tweede of meerdere bewerkingen afhankelijk van de glazuren en doel van de artiest.
Om de hoogte van de temperatuur de regelen en de snelheid waarmee de temperatuur omhoog/omlaag gaat, heb je automaten in de handel die je tussen het stopcontact en de oven zet. Meestal stijgt de temperatuur met 100-150ºC per uur tot 900 of 1280 graden. Die twee temperaturen worden een poosje vastgehouden, dat noemt men pendelen. Zie grafiek hieronder. Het afkoelen gaat meestal volgens een natuurlijk proces: oven uit = afkoelien. Voor sommige glazuren of werkstukken is dat echter te onnauwkeurig en is een veel nauwkeuriger (duurdere) automaat nodig die in kleinere stapjes de temperatuur regelt.


voorbeeld stookcurve
Bovenstaand voorbeeld is voor bisquit bakken, de eerste bakbeurt. Hierna volgt het glazuren en dan opnieuw bakken. 

Glazuren
Glazuren geven de kleur aan het werkstuk (er zijn ook transparante glazuren). Het zijn stoffen op basis van silicaat (komt van o.a. zand), kleur pigmenten, metaal oxides en verschillende componenten die ervoor zorgen dat het glazuur tijdens de stook niet van het werk afdruipt. Glazuren kun je ook zelf maken, alles wat je nodig hebt is een nauwkeurige weegschaal en een aantal basisstofjes. Daarbij komt een engelen geduld goed van pas en veel zin om te experimenteren. Geheid komen er veel teleurstellingen. Totdat je de ideale combinatie van stofjes, de soort klei, stookcurve en werkwijze hebt gevonden, kunnen er jaren overheen zijn gegaan. Er kan daarna nog steeds van alles mis gaan.
De bestanddelen van glazuren worden eerst goed gemengd en op hoge temperatuur gebakken. Daarna in een kogeltrommel tot zeer fijn poeder vermalen. Dat wordt in water opgelost en op het object gespoten of gekwast (kwastglazuren). Er zijn bijna alle kleuren mogelijk, je hebt ook effect glazuren die bijvoorbeeld een metallic glans hebben, of glitter achtige dingen, twee kleuren effecten en wat al niet meer. De curve voor de glazuur stook ziet er ietsjes anders uit, heeft andere momenten van rust, maar komt er dicht in de buurt. Zij het dan dat de stook tot 1280ºC tussen de 12 en 15 uur neemt. Of soms met het afkoelen erbij wel een dag.



Voor wie helemaal tot hier is gekomen met lezen kan nu een beetje een idee hebben wat er allemaal bij komt kijken om een huisje, pot of schaal te maken. Je mag dan ook wel zeggen dat het een van de meest veelzijdige hobby's is die er zijn. Pak je het een beetje serieus aan dan vereist dat best wel enige studie van uiteenlopende onderwerpen. Vooral de voorstudie voor de Gaúdi huisjes was spannend. Net zo belangrijk is het om het veel te doen om handigheid en ervaring te krijgen. Het leuke is dat je voortdurend weer iets bijleert, is het niet over glazuren, dan wel over kleisoorten, architecten, Koreaanse vazen en ovens. Zelf kijk ik ook veel naar hoe anderen het doen via YouTube bijvoorbeeld. Een atelier van een pottenbakker loop ik nooit zomaar voorbij.

1 december 2013

Soirée choux croute

Het etentje met het dorp in de Salle de Fêtes (dorpshuis) was vorige week. Daar kan van gezegd worden dat het een onwerkelijke ervaring is geweest. Ten eerste kwamen Wim en ik een uur te laat omdat de trein een uur later kwam dan geplanned. Echter, op ons was gewacht terwijl we al dachten dat we nog net bij het toetje aan zouden kunnen schuiven. Een zeer prettige verrassing. Snel even handjes schudden, uitleggen waarom we zo laat waren, en hop aan tafel! "De mensen waren al duizelig aan het worden van de honger", merkte Louise op. Die duizeligheid kwam van de prikwijn die men op een lege maag had zitten drinken, de stemming zat er dan ook al behoorlijk in. Om me heen opvallend veel jonge mensen, en net zo opvallend weinig van het "establishment". Meteen schoven we aan en werden we verblijd met een soort prikkelwijn, hop aan de slag.

Diner dansant
"Én", vroeg ze tijdens de gebeurtenis, "hoe vind je het eten?" Toen moest het brein even in de versnelling om daar een schijnbaar positief antwoord op te kunnen geven. Keek nog eens om me heen, vreesde dat er disco zou gaan komen, dat daar het overgrote deel van die 20 euries voor waren en keek toen naar wat er op mijn bord lag. "De omstandigheden genomen, in deze situatie en in dit dorp, waar anders bijna niets georganiseerd wordt, helemaal niet slecht". Blijkbaar was dit de goede knop die ingedrukt werd want er werd wijselijk geknikt.
Voor onze tafelburen had ik echter kunnen zeggen wat ik wilde, die verstonden met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid toch geen NL. Andersom ging dat uiteraard prima. Fijn als je zo'n "geheimtaal" hebt, kun je soms zeggen wat je wilt zonder iemand onbedoeld te kwetsen. Lichaamstaal spreekt echter boekdelen. Van de ons omringende tafelgenoten kon je duidelijk zien dat ze het ook maar zo zo vonden. Het wás ook maar zo zo. Meer kwaliteit dan uit de supermarkt gehaalde spullen haalde dit maaltje niet.
Na de choux croute, soort zuurkool, volgde voldoende kabaal uit de speaker op het platform om de voetjes van de vloer te krijgen. Een soort kermis koopman versierde het ten gehore gebrachte geluid met commentaar en hop, nog een lasershow erbij om het compleet te maken.
Na een salade verscheen er een kaasplankje op tafel. Een verrek goede kaas ook nog wel! Heerlijk. Waarom een salade na een hoofdgerecht kwam was even een punt tussen Louise en mij. Volgens haar was dat heel normaal, volgens mij werd dat in restaurants nooit gedaan. Een punt van nader onderzoek besloten we. Tot mijn stomme verbazing volgde er een heuse polonaise door de zaal. Op bevel ging de menselijke slang heen en weer, terug en vooruit, hossend door de zaal. Dit maakte alles goed. Zelf kon ik niet meedoen omdat ik weer eens met een zere poot zat, des te beter voor het beeld eigenlijk. Want dit beeld zal me lang bijblijven. Zelfs Wim hostte mee! Kun je nagaan! Zoiets maak je alleen in de provincie nog mee. Terug geworpen in de tijd van de 70-er jaren en verder.
Toch hartstikke goed dat een van de drie feestcommissies die dit dorp van 214 inwoners rijk is eens iets organiseerde. Wel nog lekker tussen het kabaal door ff bij kunnen kletsen met Fred en Louise. Al met al een onvergetelijke ervaring.
Om het goed te maken nodigden we ze uit om spare ribs te komen eten bij ons de volgende donderdag. Want een beetje schuldig voelde ik me wel omdat ik hen op deze soirée choux croute attent had gemaakt en zij iets anders er voor op hadden moeten geven. 


Spareribs á la LMQR
Hetgeen geschiedde. Spareribs uit de oven. Drie halve ribbenkasten liggen, ingesmeerd met verschillende marinades, meer dan drie uur bij 120ºC te garen en worden zó boterzacht. Bijna al het vet is er dan uitgesmolten. Beetje patat en wijn erbij, een feest maaltje. Scronch, scronch noemde Louise dit. Kijk maar op de laatste pagina van Asterix en Obelix wat hiermee werd bedoeld.

Spacenter V4
In het kader van afwerking en verfraaiing hebben we voor een prikkie via Fannie's werk twee mooie bureaus kunnen scoren. Uiteraard had ik niet goed gemeten en pasten de nieuwe bureaus natuurlijk niet naast elkaar tussen de trap van kamer 2 en de muur naar de garage. Ruim 20cm te kort om de 2 tafels te kunnen plaatsen. Ook staken de poten er aan de buitenkant uit, weer zoiets merkwaardigs. Die kon je dus nooit aan elkaar schuiven. Als twee rasechte bricoleurs de dimanche (knutselaars) vonden we dat natuurlijk geen enkel punt. Hop een van de onderstellen eraf, even bekeken waar het frame het voordeligste door te slijpen was. Stukje er tussen uit. Waarop Wim met een las apparaat te keer ging. Dat vindt ie leuk om te doen, dus las en soldeer werk laat ik dan aan hem over.
nou ja, het zit tenminste recht aan elkaar

frames aan elkaar geschroefd
Met de zaag een stukje van het bureaublad af en na een stijf uurtje was de tafel 20 cm ingekort. Nog even het geheel in en aan elkaar sleutelen, wat gaten in het blad met de gatenboor voor de snoeren en de tafel van 383 cm is klaar voor gebruik voor space control center V4. Ik geloof dat het weer aansluiten en verplaatsen van de netwerk infrastructuur (kabels, snoeren, router en contact dozen) meer werk was dan die tafel inkorten.


alle kabels en stof van een paar jaar weg ;=)
de groene stopcontacten geven 'schone' gestabiliseerde stroom
Hieronder kun je zien hoe de computerhoek er eerst uit zag, het werd een beetje vol, en kabels begonnen kriskras door het huis te lopen. Steeds meer apparaten kwamen namelijk vanuit NL hierheen.


computerplek V3
bron foto Dinard
Ondertussen is een hoop van die oude meuk opgeruimd en er is wat van gestolen, door je weet wel wie. 
Is dat een opknapbeurt of niet! Ook nog een extra werkplek erbij gekregen zo.

werkplek V4 anno 2013